Photo Pleasure
Navigation

Costa Rica rondreis Djoser 2017

Ticket to the tropics

Tekst: Eric Afman, Foto’s: Ronnie Afman.

Zondag 12 november

We starten deze vakantie direct maar met de langste reisdag. Als Ronnie samen met onze ouders bij mij aankomt is het vijf uur in de ochtend. Over een bijna verlaten snelweg rijden we richting Schiphol. Na het afscheid gaan wij naar de incheckbalie van United Airlines, terwijl Pa en Ma er nog een leuk dagje uit van maken in IJmuiden en Egmond. Net voor het inchecken worden we aangesproken door de eerste medereiziger, Karin, die de Djoserlabels aan onze tassen had ontdekt. Een andere optie voor het herkennen van Djoserreizigers is de kleding: afritsbroeken en stevige wandelschoenen. Alle baliehandelingen gaan vlekkeloos, nu nog wachten op het vliegtuig dat ons naar Houston, Texas brengt. De vlucht duurt dik tien uur en brengt ons zeven uur terug in de tijd, met dank aan de tijdzones.

Op George Bush International Airport worden foto’s van ons gemaakt en vingerafdrukken van alle vingers gescand. Ondanks de uitgebreide maar wel efficiënte administratieve handelingen zijn de medewerkers hier vriendelijk. We eten een heerlijke maar ook enorme smoked turkey sandwich en treffen weer een paar medereizigers en als ik naar een geldautomaat loop nog een groep. Ik geef iedereen een hand maar vergeet de namen vrijwel direct. Daar hebben we nog tijd genoeg voor. Na meer dan vier uur zitten we in het volgende vliegtuig dat ons binnen 3,5 uur naar San José brengt, de hoofdstad van Costa Rica. Ik ben blij dat ik voor iedere vlucht stoelen aan het gangpad heb kunnen boeken, maar de rij direct voor de wc’s is wel erg druk, meestal staan er wel drie of vier personen in het gangpad en dat bemoeilijkt mijn pogingen om wat te slapen nogal.

Op het vliegveld van San José verloopt alles ook vlekkeloos, we worden netjes behandeld door douane en immigratie, en met een paar flessen water op zak worden we met een bus naar het hotel Rosa del Paseo gebracht. Bij het uitdelen van de sleutels en een korte uitleg horen we dat het ontbijt niet bij de reiskosten is inbegrepen. Een korte blik op de website van Djoser leert ons dat dat inderdaad niet niet geval is, bij de andere reizen was dat bijna altijd wel zo, hier werkt dat blijkbaar anders. We pakken onze spullen uit, leggen de benodigde apparatuur aan de oplader en doen dan het licht uit en proberen zelf ook weer hernieuwde energie op te doen. We zijn 24 uur onderweg geweest vandaag.

Maandag 13 november

Mijn pogingen om tot een goede nachtrust te komen stranden om drie uur in de nacht. Ik dood de tijd met Facebook en simpelweg liggen met de ogen dicht. Bij het ontbijt begint het grote kennismaken met de groep. Proberen namen aan gezichten te koppelen en woonplaatsen en achtergrondverhalen helpen daar ook bij. Costa Rica kent een gerecht van rijst en bonen dat bij iedere maaltijd kan worden gebruikt. Voor mij is het een prima optie voor het ontbijt. Maar er zijn ook pannenkoeken, broodjes en nog meer. We verzamelen ons bij de receptie om van reisbegeleidster Mariken wat meer in detail te horen hoe de rondreis zal gaan. Met het merendeel van de groep lopen we naar de overdekte markt genaamd Mercado Central, waar we Mauricio, onze gids voor een stadswandeling zullen treffen. Hij leidt ons eerst door de smalle paadjes tussen alle stalletjes op de markt en geeft veelvuldig uitleg. Het geeft ons een eerste inkijkje in de producten en gebruiken van Costa Rica, die we letterlijk kunnen proeven.

Na een tocht kriskras over de markt staan we weer buiten en lopen we over de verschillende Avenidas en de Calles naar markante plekken van de hoofdstad. We zien pleinen, regeringsgebouwen, het postkantoor (waar tussen duizenden postzakken o.a. postvak nummer 1 te zien is. Je zult het maar hebben, makkelijk te onthouden). Veel historische gebouwen hebben in de vorige eeuw het veld moeten ruimen voor grote betonnen dozen. Gelukkig is men tot inkeer gekomen en zijn er nu hele strenge regels voordat je een gebouw mag slopen. Ondertussen vertelt Mauricio ons over de geschiedenis van Costa Rica, dat het in 1821-3 onafhankelijk werd van Spanje maar ook dat er nog een oorlog is geweest in 1856 en een meer recent conflict waarbij Nicaragua het land wilde bezetten. Aangezien Costa Rica een neutraal land is dat zijn leger heeft afgeschaft, moesten ze bij de United Nations aankloppen om de aanval van Nicaragua af te slaan. Het geld dat ze niet meer aan het leger uitgeven gaat nu onder andere naar onderwijs, dat gratis is, maar ook een plicht. Ondertussen bij een schoolgebouw gemaakt van metaal, film ik mijn eerste vogel, maar dat blijkt eentje te zijn die net zo gewoon is als de duiven die ook hier de pleinen en standbeelden hun thuis noemen.

We nemen een kijkje in het theater, een plek die tevens wordt gebruikt om buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders te ontvangen. Clinton en Obama zijn hier ook geweest, maar als het aan Mauricio ligt, zal Trump er nooit komen. Mooi dat we over de hele wereld toch dezelfde ideeën kunnen hebben, haha. We zijn allang over de twee uur heen die de stadswandeling zou duren, maar Mauricio heeft er zin in. Na een laatste uitleg over een standbeeld ter nagedachtenis aan de oorlog in 1856, waarin vijf vrouwen vijf landen uitbeelden die William Walker, een machtswellusteling uit Amerika wegjagen (dat hadden we er zonder gids nooit uitgehaald), is de tour voorbij en gaan we lunchen bij restaurant Nuestra Tierra. Zoals we op de markt hadden gezien worden bananenbladeren gebruikt om je eten op te serveren. Ze zijn niet om te eten. Handig, zo’n gids. Na de lunch gaat iedereen terug naar de markt om meer van dat lekkers te proeven. Ronnie en ik nemen een kijkje in het goudmuseum. Hier zijn heel veel kleine en grotere versierselen te zien, die men om allerlei redenen (macht, beterschap, begeleiden van de doden) had gemaakt. Knap hoe men dat in vroeger tijden al deed en verstand had van metalen en mallen maakte om het gesmolten goud in te gieten. Er wordt ook meer verteld over de leefwijze en gebruiken van de indiginas, de oorspronkelijke bewoners. Buiten is het inmiddels gaan regenen en ook de donder en bliksem zijn niet van de lucht, het is duidelijk dat we nog in het regenseizoen zitten. Gelukkig hebben we paraplu’s bij ons. Die heten hier paraqua’s. Na een verfrissende douche (het water wil niet echt heel warm worden) eten we in restaurant Macchu Pichu weer een gezamenlijke maaltijd en gaan we gesprekken aan met weer andere leden van de groep. De Noorderlingen zijn op deze reis sterker vertegenwoordigd dan anders. We zijn nog net niet in de meerderheid. Terug in het hotel doen we met twee anderen iets uit een ver, ver verleden: klaverjassen. Dat gaat nog verrassend goed, alhoewel ik de termen niet meer echt ken en het seinen nooit helemaal onder de knie heb gehad. Een leuk einde aan de avond.

Dinsdag 14 november

Half negen rijdt onze chauffeur Miguel de bus richting Quepos, de eindbestemming van de dag. Er is nog wel een tussenstop, na een uurtje of twee stappen we van de bus over in een boot van Jungle Crocodile Safari, die ons twee uur lang over de rivier Tárcoles langs allerlei vogels en krokodillen brengt. De rivier is drie keer zo breed als hij een maand geleden was, toen orkaan Nate een bezoek bracht aan Costa Rica. Daarbij heeft de storm vooral veel wateroverlast gebracht, er viel in vier dagen meer regen dan normaal in zes weken in die periode. De gids heeft arendsogen, ziet piepkleine vogels op een aardige afstand en weet precies welke vogel het is en weet uit zijn hoofd welk nummer daarbij hoort op zijn lijst van 58 vogels (en enkele die niet op de lijst staan). Daar waar de rivier uitmondt in de Stille Oceaan spelen de golven met onze boot, en moet de gids vragen of we niet allemaal aan dezelfde kant willen gaan staan. Dankzij de ervaren stuurman/kapitein belanden we probleemloos tussen de mangroven en zien daar nog meer vogels, wat kleine, kleurige krabjes en een vogel waarvan we eerst denken dat het een flamingo is, maar dit blijkt een roze lepelaar te zijn.

Na twee uur varen zit de tour er op en hebben we weer een hoop geleerd, onder andere dat krokodillen nooit stoppen met groeien en dat we enkele vermaarde vogelaars in onze groep hebben zitten. Ik scoor mijn eerste souvenir van deze vakantie, natuurlijk een T-shirt. Met mijn nieuwe aanwinst stappen we samen met de anderen in de bus voor de rest van de trip naar Quepos. Tegen 13.15 uur komen we aan in Jaco waar we vijf kwartier krijgen om ergens te gaan lunchen. De Tacobar schijnt goed te zijn. Snel is het er in ieder geval niet: we gaan half drie niet halen. Gelukkig heb ik op verzoek van reisbegeleidster Mariken net een appgroep in Whatsapp aangemaakt, dus een kort berichtje stelt haar ervan op de hoogte dat we iets later zijn. Geen probleem, het enige dat verder op de agenda staat vandaag is de aankomst in het hotel en het avondeten.

We stoppen nog een keer om een foto te maken van een baai en arriveren dan rond vier uur in Quepos, een klein, maar behoorlijk toeristisch plaatsje 7 km ten noorden van het Parque Nacional Manuel Antonio. Dit nationale park is het kleinste van Costa Rica, maar ook een van de mooiste. In het hotel krijgen we een welkomstdrankje en nog mooier, er is een zwembad. Daar maken we graag even gebruik van. Om zeven uur eten we in El Gran Escape, vlak naast het hotel. Tijdens het eten worden we verrast door een groep trommelaars die vlakbij staat te spelen. Na het diner zoeken we onze kamers op. Benieuwd of het slapen vannacht iets langer kan duren dan de vorige nacht.

Woensdag 15 november

Iets langer slapen is wel gelukt, maar doorslapen is er nog niet bij. Dat komt nog wel in de loop van de week. We treffen de anderen bij het ontbijt. Dan is het een rugzak inpakken en naar buiten. Vandaag hebben we waarschijnlijk de kortste busrit van deze reis: 7 km naar het nationale park. Daar zitten wel veel hoogtemeters in, dus beter met de bus dan lopen. Maar dat maken we wel goed in het park zelf. We hebben de mogelijkheid om een gids te huren, die allemaal een telescoop bij zich hebben en natuurlijk veel kunnen vertellen, maar we besluiten op eigen gelegenheid te gaan en de groep splitst zich in twee à drie kleinere groepjes op.

Na een half uur hebben we op één aapje bij de ingang na nog geen beest gezien en betwijfelen of we toch niet met een gids hadden moeten gaan. Nadeel daarvan is dat je minder van het park ziet en iedereen om de beurt door de telescoop moet kijken. Na een tijdje zien we toch een enorme blauwe vlinder, de aapjes vinden het volgens een parkwachter nog te koud vanwege de regen. Onze wandeltocht gaat langs enkele stranden en de Punta Catedral, een rotsachtig schiereilandje waar we veel moeten traplopen. Nu zien we toch wat meer dieren: een paar wasbeertjes en een agouti, die wel wat weggeeft van een marmot. Terug bij strand zijn de cappuccijneraapjes toch te voorschijn gekomen. Misschien omdat het warmer is (we zweten ons het leplazarus) of omdat er nu veel mensen op het strand zijn, die de zee in gaan, terwijl hun tassen onbeheerd achterblijven. Daar hebben de aapjes en de wasberen het op voorzien, wie weet wat voor lekkers daarin zit. En de kleiné monsters zijn niet bang maar wel hondsbrutaal. Ze halen een tas overhoop en scoren allemaal nootjes, komen later meer dan eens bij onze tassen langs en slepen recht onder onze neus een plastic tas mee, die we nog wel weer kunnen terugpakken. Iemand anders (niet van onze groep) heeft minder geluk, de tas gaat mee de bomen in. We worden weer herenigd met andere groepjes en vergelijken de scores op de camera’s. Een ander groepje heeft nog een miereneter gezien en een doodshoofdaapje (meneer Nilsson voor de oudere Pippi Langkouskijkers onder ons).

Bij de uitgang is onze bus net vertrokken, maar er gaat ieder halfuur een lokale bus. In het hotel zoeken en vinden we afkoeling in het zwembad. Daarna verkennen we het dorp een beetje. Er is een groot verschil tussen de de dure jachthaven en de gewone straatjes. We komen weer een paar anderen tegen en besluiten bij een Italiaans restaurant te gaan eten. Ook nu is de groepsapp een handig hulpmiddel, er komen nog vijf anderen vanuit het hotel naar het restaurant. Je mag ook best alleen uit eten gaan, maar dit is wel veiliger en een leuke manier om elkaar beter te leren kennen. In Dos Locos, het restaurant naast ons, speelt een band leuke, maar loeiharde muziek. Blij dat we daar niet zijn gaan eten. In het hotel horen we ze ook nog prima. Gelukkig stoppen ze op tijd zodat we rustig kunnen gaan slapen.

Ain’t no mountain high enough

Donderdag 16 november

Voor vandaag staat een relatief korte rit op het programma, we rijden drie uur de bergen in. Costa Rica is geen groot land, zo’n 480 bij 280 km. De weg de bergen in is soms erg steil. Bij een koffiestop merken we dat de dingen niet altijd zo gaan als bij ons, de bestelling van koffie is al een langdurige aangelegenheid, maar gek genoeg kost de thee nog de meeste moeite. We hebben wel een mooi uitzicht, hoog in de lucht vliegen gieren en eentje scheert zelfs erg dichtbij ons langs. Op de grond zit een sprinkhaan te poseren zodat we mooie close-ups van hem kunnen maken. Na weer een tijdje rijden passeren we een brug die provisorisch is neergezet, de oude brug zien we een meter of dertig verderop onder een lading puin liggen. Ook wordt aan de weg gewerkt, de schade van orkaan Nate moet worden hersteld. We zien plekken waar het puin dat aan de linkerkant naar beneden is gekomen, aan de rechterkant liggen. Ondanks al deze obstakels en de opkomende mist worden we ingehaald door vrachtwagens. Veel helpt het ze niet, uiteindelijk rijden we in kolonne met een slakkengangetje omhoog.

Mariken vertelt dat in Costa Rica nooit sneeuw valt, terwijl het hoogste punt toch dik boven de 3000 meter ligt. Miguel, de chauffeur, vraagt of er bij ons in Nederland boven de 3000 meter wel sneeuw ligt. Hij krijgt te horen dat Nederland toch iets lager ligt. We maken een groepsfoto bij een bordje dat aaangeeft dat we op 3335 meter hoogte zitten. Het is mistig en erg fris. Iets verderop eten we bij een wegrestaurant. Aan de overkant van de weg staat een vrachtwagen met twee missende banden. Een groepje vogelspotters met nog grotere lenzen dan die van Ronnie staat iets verderop langs de weg bij een havik. Het is niet de enige vogel die we vandaag zien, al rijdend zie we een toekan over de weg vliegen.

We kunnen niet naar het oorspronkelijke hotel, de weg is vrij slecht (on)begaanbaar. Het alternatief is de Mirador de Quetzales, op zo’n 2600 meter hoogte. Dit is een mooie lodge met eigen cabinas, die op verschillende hoogtes staan. Het is wel even klimmen met de zware tassen, want onze hut is alleen via een voetpad te bereiken. Er zijn op dit moment geen andere gasten. Het uitzicht is prachtig. Hoewel zo ongeveer alles in Costa Rica onder begeleiding van een gids moet, mogen we toch even een klein stukje wandelen. Na een uurtje of zo zijn we weer terug. Tot het avondeten zijn Ronnie en ik druk bezig met het opzetten van de nieuwe reis en het eerste reisverslag op dutchies.waarbenjij.nu. Het gaat wat lastig met de beperkte wifi, maar de aanhouder wint. Na het eten is het nog een tijd heel gezellig rond het haardvuur, dat er niet voor de show is, het wordt behoorlijk fris ’s avonds. Dan gaat iedereen naar bed. Het is nog maar negen uur, maar we vallen al vlot in slaap, door de hoogte, de inspanningen, of toch door de kortere nachten hiervoor?

Vrijdag 17 november

Na toch zes uur slaap word ik om 3 uur wakker. De wekker staat op 4.45 uur omdat we om half zes een wandel/speurtocht van twee uur hebben geboekt, waarin we willen proberen een of meer quetzals te spotten. Eerst drinken we nog een kopje koffie of thee en gaan dan naar buiten. Zoals overal in Costa Rica maken we hier ook gebruik van een gids. Hij heeft een telescoop bij zich en gaat eerst kijken in de buurt van onze cabins. Daar staat een avocadoboom, een plek waar de quetzal best wel eens zou kunnen opduiken, omdat die heel graag die vruchten eet. Hij komt echter niet opdagen, dus lopen we een stuk het pad naar beneden in de hoop dat we hem ergens anders toch tegenkomen.

Na anderhalf uur, een flinke wandeling en veel fluiten door de gids om ze te lokken hebben we nog steeds niets gezien. Gisteravond zei men nog dat de kans nagenoeg 100% is dat we quetzals gaan zien, de afgelopen dagen was dat in ieder geval wel zo. Dan worden we gewenkt, er is er eentje gespot. Het kost even wat moeite, maar we zien inderdaad de karakteristieke lange staart van een mannetje. Even later vinden we er nog een. Ze vliegen soms even naar een andere boom, maar nu we ze eenmaal in het snotje hebben, laten we niet meer los, ook al is het pad soms erg steil, glad en dus vrij lastig te volgen. Een uur lang gebruiken we telescoop, verrekijker, foto- en videocamera om deze typische Costaricaanse vogels te zien en vast te leggen. De tour loopt uit maar de gids is blijkbaar zelf ook blij dat we hebben gescoord, hij moet worden aangespoord om terug te gaan naar de lodge.

Het ontbijt is bijzonder welkom, we eten flink door en er moet extra toast en scrambled eggs aangerukt worden. Als de magen zijn gevuld zetten we de stoelen buiten, want de zon schijnt. Dat wil niet zeggen dat we de rest van de middag een beetje gaan zitten luieren. We mogen na de lunch nog een wandeling van 4 km maken. We zijn met z’n zevenen, de rest besluit lekker in het zonnetje te gaan lezen of zijn reisverslag te schrijven. De route gaat over een smal pad dat veel hoogteverschillen kent. Weer spotten we twee quetzals en komen we langs een waterval. Aan het eind van de route blijkt het toegangshek op slot te zitten. Na een telefoontje met Mariken komt de gids van vanochtend ons bevrijden. Tijd om weer bij te komen in de lounge. Om zes uur is het avondeten en daarna duiken we weer op het haardvuur, want het wordt snel koud. Daar wordt weer veel gepraat en leren we elkaar beter kennen. De jongste in de groep is 30, het merendeel bestaat uit veertigers en vijftigers en we hebben nog twee oudere koppels. Grappig is dat het feit dat ik als enige in de groep geen alcohol drink meer verwondering oproept dan dat een van de anderen vegetariër is. Het betalen per kamer gaat niet zo vlot, het berekenen van de kosten vergt wat tijd. Vanaf acht uur vertrekken de eersten al richting hun bed en om negen uur zijn we allemaal weer in onze cabins en kan de nacht weer veel te vroeg beginnen.

Zaterdag 18 november

Zoals te verwachten ben ik aardig verbrand door de zon in de bergen, deze keer moeten vooral mijn knieën het ontgelden. De medewerkers in de Lodge hebben wel iets geleerd van gisteren, het ontbijt is nu strikter. Geen fruit meer voor iedereen, alleen voor de mensen die een American breakfast hebben besteld. Toch komen er nog extra toasts op tafel. Nadat we hebben betaald vertrekken we om 8 uur naar Cartago, voor een bezoekje aan de plaatselijke kathedraal. Het is erg druk in Cartago, er lopen allemaal mensen in verschillende kleuren T-shirts naar de kathedraal. Er lijkt een soort van EO-jongerendag gaande te zijn. Mensen gaan op de knieën door de kathedraal naar het altaar. Bij een winkelcentrum pinnen we geld voor de komende week en slaan we eten en drinken in.

Op de flanken van de actieve vulkaan Turrialba, die in 2010 nog flink tekeer is gegaan, vinden we via een meanderende weg die soms niet meer is dan wat grind, de archeologische site van Guayabo. Deze plek is pas eind jaren zestig ontdekt. Toen was dit boerenland, inmiddels is er een secundair bos gegroeid. Gids Elisabeth leidt ons langs de opgravingen, we zien een ondergronds aquaduct, de fundamenten waar het huis van de chief heeft gestaan, een plein dat mogelijk voor zowel markt- als ceremoniële doeleinden gebruikt werd, en de toegangsweg tot de stad. De stenen weg schijnt nog een paar kilometer rechtdoor te gaan en dan nog zo’n twintig kilometer naar rechts. Ondanks dat er erg weinig bekend is van de samenleving die hier van 1000 voor Christus tot 1400 na Christus heeft geleefd, schat men dat hier 1500 mensen waren en in het hele gebied zo’n 10.000. Fanatieke vogelspotters die we inmiddels zijn, spotten we ook nog een Yellow-tail vogel.

Om 16.10 uur arriveren we in Turrialba. Nadat we zijn geïnstalleerd gaan we een uur later naar de nabij gelegen bar La Garza waar we een drankje doen, en om half zeven eten bij More than Words. We hadden gevraagd of er genoeg plek was voor dertien man, en ze hadden dat bevestigd, maar dat past toch echt niet. Een deel van de groep gaat dan maar aan de bar zitten. Het duurt allemaal wat lang, maar het eten komt toch. We dachten nog voor de live muziek klaar te zijn, maar dat lukt niet. Dat is niet erg, de band speelt aardige muziek, waaronder een Spaanse versie van Piano Man van Billy Joel. Er zijn verder geen toeristen, alleen locals. Zoals de meeste dingen kost ook het betalen wat tijd, omdat een deel van de groep in dollars betaalt, terwijl anderen colones op zak hebben. De colon is de officiële munteenheid, genoemd naar Columbus, maar dollars zijn ook gangbaar. Je krijgt wel bijna altijd je wisselgeld in colones terug.

Zondag 19 november

We slapen bijna overal twee nachten, maar in Turrialba gaan we na een nacht door richting de kust. We zullen dus nog even moeten wachten tot we een plek hebben gevonden waar we onze kleren kunnen laten wassen. En over slapen gesproken, ik ben benieuwd wanneer het een keer lukt om uit te slapen. We hebben een van de meest relaxte Djoserreizen tot zover en ik krijg het maar niet voor elkaar om meer dan zes uur te slapen en meestal lig ik om 5 uur al wakker. Tegen halfacht treffen we de anderen (plus een heel voetbalteam) bij het ontbijt. Een uurtje later vertrekken we richting de kust. Terwijl de meeste mensen in de bus gezellig keuvelen dommel ik af een toe even in. Dat lukt me wel weer prima. Maar het landschap gaat niet ongemerkt voorbij. Het schitterende berglandschap wordt steeds lager. Voordat we echt op zeeniveau zijn stoppen we een keer om te genieten van het mooie uitzicht. We stoppen even bij een sloth sanctuary, een beetje vergelijkbaar met Pieterburen en de zeehondjes, dat doen ze hier met luiaards. Hier gaan we niet naar binnen, de reisbegeleidster wil even wat informatie ophalen. Er varen net vier kano’s voorbij, het lijkt Giethoorn wel.

Later in de ochtend gaan we lopend over een brug over een rivier die voor raften wordt gebruikt. We zien geen bootjes, wel die dikke Mack vrachtwagens die hier overal rijden. De chauffeurs worden hartelijk begroet en toeteren terug. Er volgt nog een koffiestop met een extraatje. De eigenaar wijst naar een plek in de bomen bij het terras, er zit blijkbaar een luiaard te slapen. De man maakt het beest wakker met een lange stok, wat ie niet zou moeten doen. Aan de andere kant, Ronnie vraagt aan de man of hij een stellage van het waterreservoir in mag klimmen en komt dan oog in oog te staan met de luiaard. Dat levert spectaculaire plaatjes op. Het landschap is nu heel anders, het is veel vlakker en er zijn heel veel bananenplantages van Dole en Chiquita, met veel zeecontainers, daar zijn die vrachtwagens deels voor. En de grote schepen die we op zee zien varen.

Na de middag komen we in Cahuita aan bij ons hotel dat direct aan de baai en bij de ingang van het nationale park ligt. De bevolking van Cahuita en omstreken is sowieso overwegend Jamaicaans. De voorouders van deze mensen kwamen van Jamaica om aan de spoorlijn te werken en later op de plantages. Het duurt nog even voordat de kamers klaar zijn, tot die tijd lunchen we even verderop in de straat. Bij terugkomst krijgen we een kamer met groot terras, maar nog een zonder leidingwater. Dat geldt voor alle kamers. Als dat is gefixt is het hoog tijd voor de was, die we toevertrouwen aan Mr Big J, een grote zwarte man, die blijkbaar van alles regelt, van paarden tot een bibliotheekje. En dus de was. Hoog tijd voor een duik in de warme zee. De stroming is behoorlijk sterk, al te ver gaan we er niet in, er staan ook rode vlaggen op het strand. Voordat we het dorpje weer ingaan voor het avondeten doet een deel van de groep (bijna alle dames plus Marcel) een salsales onder leiding van Enzo, die blijkbaar veel tijd in de sportschool doorbrengt. Hebben de dames direct wat om naar te kijken tijdens de les, die overigens meer lijkt op een zumbales, iedereen gutst van het zweet. Een voor een gooien de dames het bijltje erbij neer, tot de les is afgelopen en we van ons diner gaan genieten. Dat kost wel een beetje moeite, een deel van de gerechten is er niet en sommigen krijgen iets anders voorgeschoteld dan ze hebben besteld. Met gevulde magen keren we terug naar het hotel om bij het geluid van de branding in slaap te vallen.

Another Day in Paradise

Maandag 20 november

Het ontbijt in het eettentje vlakbij het hotel is niet helemaal wat we ervan verwachten. Om 6.45 uur bestellen we ons eten, maar na drie kwartier hebben we nog niets, terwijl iedereen die na ons is gaan zitten al eten heeft. Het meisje dat ons bedient staat het huilen nader dan het lachen. We moeten om 7.45 uur vertrekken naar het Snorkeling House maar daar duurt het ook nog twee lang twee breed. We krijgen een reddingsvest, het mijne is veel te klein, maar dat is niet erg, zegt de bootsman. Het wachten is op de gids, want ook snorkelen mag niet zonder begeleiding. In de buurt van Punta Cahuita zakken we het water in. De gids zwemt er rap vandoor en wij moeten volgen. Dat lukt niet iedereen. We zien allerlei gekleurde vissen, sommige met camouflage. Ook van die zwarte beestjes met lange stekels die zich tussen het koraal verstoppen. Ik zie een paars beest met gouden kringeltjes, geen idee hoe die heet. De eerste snorkeltocht is bijna afgelopen als de gids ons wenkt en aangeeft dat er een haai ligt te slapen. Maar het zou ook een barracuda kunnen zijn. Dan glijdt een rog onder ons door. We varen een stukje verder en gaan dan opnieuw het water in voor een tochtje langs het rif. Het probleem is dat er hier meer groepen zwemmen en dat we de gids kwijtraken. Dan maar weer richting de boot, waar ik de gids weer ontwaar.

Na nog een tijdje ronddobberen in het water varen we richting het strand van Punta Cahuita. De bootsman stalt wat lekkers uit: fruit en chocola en iets wat smaakt als een bounty. In groepjes lopen we door het nationale park terug naar het hotel. Dat is ongeveer 7 km maar duurt veel langer dan je daarvoor nodig zou hebben, omdat we om de haverklap stoppen om dieren te fotograferen. Een paar aapjes hebben het op mijn appel voorzien en komen steeds dichterbij. Uiteindelijk geef ik het op en gooi ik de appel maar weg. Die wordt direct opgepakt en gaat met een aapje met nog een kleine aapje achterop de boom in. Verderop spotten we nog toekans en een heel klein, maar erg giftig slangetje. Het beweegt voor geen centimeter. Terug in het hotel brengen we onze zwemspullen weg en halen de was weer op bij Mr. Big J, die alles in identieke zakken heeft gestopt. Wel staan overal naamstickers op. Iedereen krijgt de zak met zijn naam erop, maar Ronnies sticker is er niet bij. Er wordt een zak opengemaakt en daarin blijken mijn kleren te zitten, vervolgens open ik mijn zak en daar zitten Ronnies spullen in. We kunnen weer tevreden naar het hotel terug om ons op te frissen.

We blijven er niet te lang, gaan naar Ricky’s bar voor nacho’s met guacamole en een paar drankjes. Na enige tijd komen Karin, Sanne en Marcel voorbij lopen die het andere, zwarte strand nog willen bekijken. Dat lijkt ons ook wel wat en we lopen met ze mee, terwijl de rest van de groep achterblijft om bij Ricky’s te gaan eten. Zo ongeveer aan het eind van het dorp vinden we de Reggae Bar. Hier hangt een leuke sfeer en er wordt natuurlijk goede muziek gedraaid. Genoeg reden om hier te gaan eten. Hein wordt geïnformeerd waar we zitten en hij voegt zich ook bij ons. Na een gezellige tijd en lekker eten lopen we terug en komen de andere groepsleden tegen die net klaar zijn bij Ricky’s. Ze hebben iets bijzonders gezien, een luiaard ging van een boom via elektriciteitskabels naar een andere boom. De hele buurt had op straat gestaan om dat te bekijken. Wij moeten het doen met de videobeelden. Hij bewoog zich eigenlijk best snel. Terug in het hotel gaat ieder weer zijns weegs.

Dinsdag 21 november

Eerst word ik om 3 uur wakker, dommel echter vrij snel weer in, maar dan zie ik een beetje zon door het gordijn naar binnen komen. Het is halfzes en we gaan naar buiten om te zien of we kunnen zwemmen. Karin, Robin en Marcel zijn al op het strand. De parkwachter vertelt een hoop in het Spaans, ik denk te verstaan dat we vanaf 6 uur in zee mogen, het moment dat het nationale park opengaat. Dat duurt dus nog een halfuur en we willen zo graag het water in. Eindelijk kunnen we dan even gaan zwemmen. Er is bijna geen stroming, dus dat zal niet de reden zijn dat we niet eerder mochten. We douchen het zoute water van ons af en ontbijten in dezelfde tent als gisteren. Weer is er hetzelfde probleem met het uitserveren, alleen zitten wij nu aan de goeie tafel. Nu zitten de anderen zich dus te ergeren dat wij eerder kunnen eten dan zij.

De bus vertrekt om 8 uur naar het noorden en rijdt het eerste stuk weer over dezelfde weg naar Limon en Siquerra. We stoppen ook vanochtend bij een wegrestaurantje voor koffie, deze keer zonder verdere attracties als luiaards. Soms zien we mooie huisjes langs de weg, maar ook veel eenvoudige hutjes. Er is nog een extra stop bij een bananenplantage, waar de trossen via een railsysteem worden getransporteerd naar een centrale plek, heel handig. Hopelijk staan de werklui niet in het veld met bananenbomen als er weer een vliegtuigje met bestrijdingsmiddelen overvliegt. We verruilen het asfalt voor een grindweg die ons een uur later naar de rivier brengt. Hier stappen we over op een boot naar de Caribbean Paradise jungle lodge. We varen een uurtje en worden dan verwelkomd met een kokosnoot met een rietje erin.

De lodge is mooi opgezet met steeds vier hutjes naast elkaar, die staan in een ruime tuin waar ook een groot gebouw in staat dat het restaurant blijkt te zijn. De weg ernaartoe is een verhoogde brug, dat van pas komt als het water echt hoog staat. Alle gebouwen staan ook op palen. De lodge heeft tot onze verrassing zelfs een zwembad. Men heeft een heerlijk lunchbuffet voor ons klaarstaan in het restaurant. We komen even volledig tot rust en maken gretig gebruik van het zwembad. Na het diner in de lodge gaan we op tijd naar bed, want morgenvroeg start om half zes een wildlife bootsafari. Hoe dan ook zullen we vast weer ver voor de wekker wakker liggen.

Woensdag 22 november

Om half vier wakker worden, oordoppen uitdoen en luisteren naar oerwoudgeluiden: brulapen, krekels, vogels. Wat een manier om wakker te worden. Om kwart over vijf staat er koffie klaar en een kwartier later gaan we aan boord van onze boot voor de wildlifetour. Het wordt een rustige boottocht, de zon komt net op, eerst varen we over de brede rivier heen en weer. We spotten diverse vogels (onder andere ara’s, yellow-tail vogels) op afstand en de gids vertelt een en ander over de flora en fauna in Costa Rica. Ook zien we leguanen en een kingfisher (ijsvogel). In een zijrivier vinden we een paar kaaimannen en een hagedis die over water kan lopen. Na 2,5 uur keren we weer terug naar de lodge voor het ontbijt, dat zoals altijd weer uitstekend is. Het kan niet op.

Na een korte pauze kiezen we er met een man of negen voor om een wandeling te doen over een sendero (een trail of wandelpad) die bij de lodge hoort. We zijn door het dolle heen als we een klein rood/zwart kikkertje tegenkomen. Dat is zeker niet de laatste, we hebben er zeker meer dan tien gezien. Ook zien we toekans en spechten. De wandeltocht gaat over blubberige stukjes pad en eindigt weer in de tuin van de lodge. Een van de medewerksters geeft aan dat er drie schildpadden zijn, alleen zien wij ze helaas niet. Tijd voor afkoeling in het zwembad (vanwaaruit ik alsnog een schildpad zie) en daarna een douche. Om 13.00 uur gaan we naar het dorp Tortuguero. Ietwat armoedig als je door en langs de toeristenplekken heen kijkt. Het Budda Cafe is een prima plek voor de late lunch. Na nog wat dwalen door het dorp, langs huisjes, en een voetbalveld direct naast een begraafplaats komt het strand in zicht. Het zwarte zand is niet te heet en er staat een heerlijk briesje. De zon brandt ook al niet meer op het lijf. Al met al goed toeven. We zien Karin, Sanne en Marcel terug, die net hun zwemactiviteiten hebben afgerond en teruggaan het dorp in. Tegelijkertijd komt de gids van vanochtend weer langs om ons mee te nemen over het strand op zoekt naar pasgeboren schildpadjes die moeten proberen de zee te bereiken. We zien veel nesten maar nog geen teken van nieuw leven.

Bij Mawamba Lodge keren we weer om en hebben direct beet. Iets verderop is een lokale man bezig schildpadjes te helpen. Een hond heeft hun nest opengegraven en zonder hulp zijn ze ten dode opgeschreven. Hij haalt de diertjes uit hun nest en zet ze in de richting van de zee. Omdat er mensen tussen hen en en hun doel staan blijven de schildpadies eerst liggen. Pas als de mensen aan de kant gaan zetten ze het op een lopen. Als we ze de ruimte geven kunnen we ze goed volgen. Soms ligt er een obstakel in de weg waar ze overheen klimmen of omheen moeten. Maar al deze kleintjes halen de branding. Dat wil nog niet zeggen dat ze blijven leven, in het water wachten diverse zeedieren op een lekkere snack. Blij dat we zoiets konden meemaken lopen we terug naar het dorp. Een deel wacht op de boot van zes uur, wij gaan nog met z’n negenen terug jaar Budda Cafe voor een lekker drankje en avondeten. Onze ober stelt voor dat hij een watertaxi laat langskomen wanneer we weg willen. Dat aanbod nemen we graag aan. De taxi scheert in het pikkedonker met 42 km per uur over het water en komt binnen vijf minuten aan bij onze lodge, waar we nog een paar van de anderen treffen. Het verschuldigde geld wordt betaalc zodat we morgen na het ontbijt weer vlot kunnen vertrekken. Tijd om naar bed te gaan.

Donderdag 23 november

Het lijkt een een heel eenvoudige dag te worden, in ieder geval wat het reisverslag betreft. Maar schijn bedriegt. In het holst van de nacht lig ik naar de oerwoudgeluiden te luisteren, de vogels en brulapen communiceren erop los. Na het ontbijt zetten we de tassen bij de boot neer en checken we de laatste e-mails en appjes, want hier is er Wi-Fi. Belachelijk eigenlijk dat we ook in zo’n mooie omgeving in the middle of nowhere toch allemaal naar dat kleine schermpje zitten te loeren. Het is een verslaving, zal ik maar zeggen. De gids van gisteren bedankt ons namens het management en bij het wegvaren worden we uitgezwaaid. Het begint zachtjes te regenen, maar dat is eigenlijk wel lekker, een beetje verfrissing. Na een stuk over de grote rivier zwenkt de boot naar links, waar we onze tocht vervolgen over een kleinere zijtak. We zien weer wat herkenbare punten van op de heenreis. Bij aankomst zien we onze chauffeur Miguel en de bus al staan. We vormen een rij om de tassen vanaf de boot door te geven en helpen mee ze door het raampje de bus in te krijgen. Er begint al een aardig systeem in te slijten. Via de hobbelige grindweg rijden we weer een stuk terug en na een paar uur rijden en veel regen komen we uiteindelijk aan in Puerto Viejo. Ons hotel ligt iets buiten deze plaats en gezien het weer verwacht ik niet dat we daar vandaag nog een bezoekje aan zullen brengen.

Ons huisje is het verst lopen en vanwege de regen wachten we nog naar even in het restaurant tot we onze tassen daarheen brengen. Na enige tijd wordt de regen minder, maar het lijkt nog wel veel vanwege het geluid. Mocht je niet kunnen slapen van regendruppels die op het dak vallen, dan is Costa Rica niks voor je, want bijna alle daken zijn van golfplaat. Ronnie heeft zijn eerste souvenir (een T-shirt) te pakken. Helaas is dat T-shirt daarna ook direct uitverkocht. Dat geld voor eten, maar dus ook voor de souvenirs. Voor de rest is de accomodatie prima. We zitten met een deel van de groep in het restaurant, waar we een beetje aan allerlei zaken zitten te werken: Ronnie aan zijn foto’s en ik net als een paar anderen aan het reisverslag. Dan wordt het bijna droog en gaan we toch even naar onze kamer, die groot is en zeer netjes. Er hangt in de badkamer wel een vreemde lucht. Terug bij het restaurant, dat alleen een dak heeft en geen buitenmuren, is het een drukke bedoening in de tuin. Er zijn boomkikkers gespot, de volgende diertjes op onze wenslijst van dingen die we willen zien in Costa Rica.

Ik zal niet zeggen dat we het avondeten overslaan, maar het kost moeite om iedereen aan tafel te houden. Heeft iemand weer een kikkertje gezien, dan duiken we er weer met z’n allen op. Er ontstaat zelfs een kleine territoriale oorlog tussen Nederland en Duitsland, die door de goeien wordt gewonnen. We richten de camera’s net op een duo dat onbeweeglijk zit, met het kleine mannetje op de rug van het vrouwtje, als Hester ons waarschuwt dat ze er een heeft gespot die van heel erg dichtbij te fotograferen is. Evert houdt het palmblad vast en schijnt bij, terwijl wij naar hartelust filmen. Dan begint het beestje te lopen, een hele mooie wandeling in slowmotion. Ik kan het mooi op film vastleggen al zit Ronnies camera twee keer in beeld. Zou ik dat er ook uit kunnen photoshoppen? Op het moment dat het eten wordt opgediend zitten we allemaal weer aan tafel. Het eten is erg goed en de bediening is de beste die we tot nu toe hebben meegemaakt. Met een volle maag gaat een deel van de groep naar de huisjes en een kleiner groepje blijft nog een tijdje aan de bar napraten. Ik duik nog even de tuin in voor opnamen zonder alle klikgeluiden van camera’s en opgewonden kreten als iemand weer een kikkertje heeft ontdekt. Het wordt weer tijd om naar bed te gaan, want we moet uitgerust zijn voor morgen. Dan gaan we met vier personen raften, terwijl de rest een wandeling gaat maken.

It’s raining again

Vrijdag 24 november

Na een aardige droge periode in de bergen en aan de Caribische kust, legt ons geluk met het weer tijdens vakanties het nu toch af tegen moeder natuur. En er is hier gewoon een hele hoop natuur. Daar komt bij, als het niet zou regenen, zou alles niet zo mooi groen zijn. Gelukkig staat er voor Sanne, Robin, Ronnie en mij vanochtend iets op het programma waar we sowieso nat van gaan worden: raften. Dan maakt een beetje regenwater ook niet meer uit. Na het ontbijt moeten we onze spullen in de bus doen, terwijl de anderen nog rustig kunnen blijven zitten. Drie leden van de groep gaan samen met Mariken alsnog wandelen, terwijl de rest in het restaurant onder het genot van een cappuccino of iets van dien aard naar de regen luisteren en naar de vogeltjes kijken. Wij worden naar het kantoor van de rafting company gereden en maken daar kennis met Will, onze gids en stuurman, en Kevin, onze safety guide, die in zijn kayak de route verkent. In een truck rijden we in 20 minuten naar onze startplaats. Will vraagt of we vaker hebben geraft, we antwoorden dat Ronnie en ik dat een keer eerder hebben gedaan, Sanne en Robin nog nooit. Will grapt dat het ook zijn tweede keer is en voor Kevin zou het de eerste keer zijn. Dan wordt het iets serieuzer: we moeten een formulier ondertekenen dat we dit op eigen risico doen.

Bij een brug wordt alles uitgeladen en krijgen we uitgebreide instructies. Ronnie maakt foto’s en filmpjes met zijn onderwatercamera. Na een behoorlijke lange uitleg gaan we dan echt het water in. Door de vele regen is de stroming weer wat sterker en dat maakt het leuk. Will laat ons met regelmaat peddelen, maar vaak hoeven we ook niets te doen. We passeren vier klasse III stroomversnellingen en een aantal minder zware. Maar natuurlijk worden we gestuurd naar de plekken waar de boot ineens in het diepe duikt en we een fikse lading water over ons heen krijgen. Daar komen we voor! De eerste persoon die te water gaat is Kevin. Ronnie filmt af en toe wat onderweg en vraagt aan Kevin of die ons ook even wil filmen. Hij gaat een stuk verderop in de rivier staan en wij dobberen erlangs. Bij het teruggeven van de camera gaat er iets mis, Ronnie verliest de camera in de rivier. Kevin duikt er nog achteraan maar het water is te diep en donker. Misschien vinden ze hem in de nabije toekomst nog terug als het water weer is gezakt. Dan kunnen ze contact opnemen met Ronnie. Na flink wat hots-en-klotswerk komen we dan toch ook de golf der golven tegen en slaat Sanne overboord, terwijl ik Ronnie nog net aan zijn benen kan grijpen om te voorkomen dat ook hij in het water verdwijnt. Hij hijst Sanne weer aan boord (alhoewel zo best een tijdje in het water had gedobberd) en dan kunnen we verder. Robin heeft bijna een tand door de lip doordat ik achteruit ben geslagen.

Op een kleine zandoevertje krijgen we ananas en watermeloen. Alles moet op. Dat gaat niet helemaal lukken, daarom gooi ik stiekem wat stukken in de bosjes. Hierna raften we nog 20 minuten door. Bij het kantoor aangekomen komt de bus ook net aanrijden. Die gaat echter weer weg omdat de wandelaars nog moeten uitchecken voor 12 uur. We zitten zonder telefoons of iets dergelijks te wachten en hebben ook geen besef van tijd. Uiteindelijk komt de bus ons weer ophalen en rijden we naar La Fortuna. Deze plaats ligt aan de voet van de Arenal vulkaan en is om die reden erg toeristisch. We gaan even shoppen bij de vele souvenirshops en gaan daarna eten bij Las Brasitas. De homp vlees die Robin heeft besteld ligt op de grill en vraagt om een foto. Het is hier goed toeven. Voordat we teruggaan naar het hotel zoeken we een bank om geld te pinnen, zodat we de komende week weer meer kunnen uitgeven.

Zaterdag 25 november

Schuin tegenover het hotel in de Lava Lounge bestellen we ons ontbijt. Hester, Evert en Robin kijken op de telefoon naar de laatste training van de Formule 1. We hebben tot 9.30 uur, dan brengt Miguel ons met de bus naar het Nationale Park Arenal. Daar kunnen we een wandeling maken van 4 km. Eerst lijkt die nog wat gewoontjes, het is geen zware tocht en er zijn geen dieren te zien. Wel kunnen we naar een uitkijkpunt op een lavaveld. De Arenal vulkaan is in de 16e eeuw uitgebarsten en tot ieders verrassing in 1968 opnieuw. Daar was niemand op voorbereid. En in 2010 was het nog een keer raak. Onze wandeling gaat verder langs een hele grote, 500 jaar oude Ceiba boom. Hier poseren we stuk voor stuk. Marcel doet er nog een schepje bovenop en staat als aapje op de film. We zien een coati door het bos struinen op zoek naar eten. Daarbij gaan we iets van het pad af. Iets verderop zien we de reden waarom dat niet zo handig is, er ligt een slangetje op een blad te slapen. Dat kan natuurlijk overal zijn.

Als we weer bij de bus aankomen spot Hester twee mooie vogeltjes die we nog niet eerder hadden gezien. We rijden terug naar de ingang waar we verwachten Trudy te zien. Maar dat is niet het geval. Sanne gaat naar haar op zoek en vlot daarna komt Trudy aanlopen. Dan maar met de bus op zoek naar Sanne. Uiteindelijk zijn we allemaal weer bij elkaar en kunnen we naar de waterval. Vanaf de ingang is het een flink stuk naar beneden. Het uitzicht is spectaculair en eenmaal beneden strippen we tot de zwemkleding en lopen dan het koude water in, iets van de waterval verwijderd. Even onderdompelen en dan is het water best lekker. Er staat een behoorlijk sterke stroming, ik moet moeite doen weer in het rustige water te komen.

Na een fotosessie trekken we de kleren en schoenen weer aan en beginnen aan de weg terug omhoog. Vanaf de begin Ik heb onderweg een Twix en in totaal drie Snickers opgegeten en weinig water gedronken. Dat valt later volledig verkeerd, ik ben compleet door mijn energie heen. Zelfs de wandeling naar de Lava Lounge met live muziek kost moeite en dat is dichtbij. De anderen denken dat ik boven mijn eten in slaap ben gevallen en dat zit er niet ver naast. Om halftien ga ik dan ook graag terug naar het hotel. Mijn eerste overdosis chocola is een feit.

Zondag 26 november

Nog steeds met een gebrek aan energie lopen we voor ons ontbijt naar de Lava Lounge. Karin en Marcel komen erbij. De Formule 1 race wordt op de hotelkamers gekeken, blijkbaar is er toch een zender voor gevonden. De bus vertrekt om 8.15 uur, helaas gaat de vulkaan nog verscholen in de mist. We rijden langs de Laguna Arenal, een groot stuwmeer, over bochtige wegen met veel hoogteverschillen. De eerste stop is bij een wegrestaurant genaamd Macadamia, voor een kopje koffie en een lekker cakeje. Niet al te veel later maken we een fotostop voor een blik over het meer. De weg wordt slechter, maar op het eerste deel ligt allemaal nieuw grind, dus dat valt mee. Toch komen er snel slechtere stukken. Ook hier zien we de gevolgen van orkaan Nate, een deel van de weg is volledig weggeslagen. We kunnen er gelukkig nog wel langs.

Onderweg naar Monteverde halen we bergop een groep fietsers in, die uit Nederland komen. Dat vraagt om een groet en een wedstrijdje. Bergafwaarts zijn zij weer sneller, ondanks de hobbelige weg. Mocht daar iemand vallen, dan heeft ie een probleem en minimaal wat schaaf- en snijwonden. We rijden naar SelvaTura Park, een plek waar je over paadjes en hangbruggen tussen de boomtoppen kunt lopen. Eerst even lunchen, deze keer een echt goede bodem voor de komende inspanningen: spaghetti bolognese. Dan begint de wandeling. Het is niet heel ver, maar met de uitkijkpunten op de bruggen en de mooie natuur waar we doorheen lopen, zijn we toch dik anderhalf uur onderweg. We maken als groep veel foto’s van elkaar om die later op de dag met elkaar te delen in de groepsapp. Op een van de laatste bruggen wordt door iemand een quetzal gespot. We gaan snel kijken maar de vogel vliegt ervandoor. Gelukkig voor ons naar een plekje waar hij nog beter zichtbaar is. Mooi dat we hem ook hier te pakken krijgen, zo hebben we hem op beide plekken in Costa Rica gezien, waar hij zich ophoudt. Terug bij de.parkeerplaats loopt ook nog een coati de grond te besnuffelen en om te woelen voor wat eten. Na een korte tijd staan er zo veel mensen met camera’s in zijn buurt dat hij er op een drafje vandoor gaat.

Miguel brengt ons met de bus naar de Monteverde Country Lodge. We nemen even de tijd voor onszelf om te douchen en overleggen in de groepsapp hoe laat we gaan eten en waar. Dat wordt 19.00 uur in De Lucia, een restaurant direct aan de overkant van de straat, lekker gemakkelijk. De bediening is super, het eten komt snel, maar als we erg genieten van de drankjes en we wat af lachen en om 22.00 uur nog geen aanstalten maken om te vertrekken, kijken ze ons zo ongeveer de zaak uit. Nou vooruit, om even na half elf kan de deur op slot. En bij ons ook het licht uit.

Maandag 27 november

Uitslapen vandaag! Tenminste, dat kan omdat we pas om 13.30 uur hebben afgesproken. Maar zoals gewoonlijk tijdens deze reis lig ik om 5 uur al wakker. Tijd om weer wat aan het reisverslag te doen. We ontbijten tegen 8 uur in het restaurant van de lodge, een paar anderen zijn er al en er volgen nog enkele leden van de groep na ons. De rest slaapt blijkbaar nog iets langer uit. We spreken af dat de bus om 13.30 uur naar SelvaTura Park vertrekt en onderweg in het dorp stopt om mensen op te pikken die daar ronddwalen. Het is op zich aardig weer, maar het waait best en dat zorgt ervoor dat er allemaal regendruppeltjes rondvliegen. Bij de cabins tegenover ons schijnt de zon en staan stoeltjes met kussens op de zittingen. Daar zitten we met z’n zevenen op een rij. Een paar mensen brengen nog even de was naar de receptie en lopen dan alleen of in kleine groepjes richting Santa Elena. Het begint met een steil stuk, maar geleidelijk wordt het toch wat vlakker en het grootste deel lopen we bergafwaarts. We krijgen een aardige blik op her dorp, dat ook wel wat aan Nate heeft overgehouden. We zien het vaker, grote stukken grond die zijn afgebroken en naar beneden zijn geschoven. Maar toch lijkt de schade mee te vallen. In het centrum drinken we een kopje koffie en thee. Ons groepje van drie wordt daar al snel een groepje van zeven. We lunchen bij Tico y Rico, een authentiek Costaricaans restaurant. Dan is het wachten op de bus die ons weer naar SelvaTura Park brengt.

Deze keer gaan we niet zozeer wandelen maar zullen we via zip lines (kabels) tussen de boomtoppen door suizen. Iedereen krijgt een tuigje, handschoenen en een helm. Ronnie en ik huren een camera voor op de helm, zodat we alles onderweg kunnen filmen. Evert zal mijn videocamera bedienen en mag met ons mee naar de start en zal ook bij de finish zijn. Ietwat nerveus lachend staan we op een rij in afwachting van de instructies en maken een hoop lol. De eerste zip line is kort en vooral voor de foto’s die we naderhand kunnen kopen. Dan komen we al snel op langere stukken en hoger boven de grond. Het gaat soms best snel, over de langste stukken wel 70 km per uur, volgens een van de vijf de gidsen. Bij de twee langste stukken (900 en 1000 meter) moeten we, om genoeg snelheid te houden om aan de overkant te komen, in paren aan de kabel hangen. Daarbij klemt de achterste de voeten om de middel van de voorste. De achterste is ook degene die remt door met de handschoen op de kabel te drukken. Vlak voor het eind is er nog de Tarzan swing, waar helaas voor mij een gewichtslimiet voor is ingesteld. Toch maar weer eens wat afvallen, misschien. Ik weet ook niet of mijn maag dat aankan. Enkele leden van de groep durven het niet aan, maar de meeste anderen vermaken zich er prima mee. Bij de finish worden we opgewacht door de rest van de groep. Iedereen is laaiend enthousiast en loopt met grote grijns terug naar waar we onze uitrusting hebben gekregen.

We krijgen de foto’s en video’s overhandigd en kunnen dan met het busje terug naar het hotel. We krijgen via de groepsapp van Jantina en Rina een foto te zien van de prachtige zonsondergang waar zij naar staan te kijken. Hopelijk krijgen wij er ook nog eentje te zien aan het strand van Samara. Ronnie zet de films en foto’s over naar zijn laptop. Vanwege de nevel zijn er veel druppels op de lenzen van onze helmcamera’s gekomen, maar toch zitten er genoeg mooie, bruikbare beelden tussen. We spreken af om tegen half zeven naar restaurant Tramonti te lopen. Het groepje is niet zo groot, een deel gaat naar de kikkertuin in het dorp en daarna daar iets eten, anderen kiezen weer voor het gemak van De Lucia aan de overkant. Over grindwegen en verhoogde stoepen en gelukkig verlicht lopen we de route naar Tramonti, waar net na ons een buslading Amerikanen binnenkomt. Het eten wordt snel opgediend en onder gezellige gesprekken verorberd en na het toetje lopen we dezelfde route teug. Het is net na negen uur, tijd om te gaan slapen.

Relax!

Dinsdag 28 november

De schuldvraag is het onderwerp van speculaties deze ochtend. Diverse leden van de groep voelen in meerdere of mindere mate ongemak (ik ook), van lichte diarree tot ronduit beroerd. Komt het van de lunch bij Tico y Rico? Of het diner bij Tramonti? Of toch de zip lines? We weten net niet. Na het ontbijt (voor wie daar trek in heeft) vertrekt de bus om even na achten, bij de receptie wordt een lid van de groep gestoken door grote bij of wesp of iets dergelijks (hij staat niet op onze kaart met wilde dieren in Costa Rica). Met een vacuumpompje proberen ze het gif (als dat er is) te verwijderen. Na enige tijd gaat het beter. Het volgende probleem is de weg, die is niet geasfalteerd en waaiert zich een baan van de bergen af naar zeeniveau. De uitzichten zijn echter prachtig!

We stoppen een paar keer voor foto’s, voor vergezichten maar ook voor vogels. Soms is de weg te smal en moeten we in verband met tegenliggers even achteruit rijden, bergopwaarts. Op een gegeven moment zien we aan de linkerkant een mooi dal met in de verte een brede rivierbedding. Die kon je voor orkaan Nate nog niet vanaf hier zien, zegt Miguel. Nog meer ravage, dus. We pakken een klein stukje van de Pan-American highway mee, de Costa Rica 1, die zicht uitstrekt van Canada naar Chili en Argentinië. Bij onze koffiestop is koffie niet zozeer de hoofdattractie, als wel de zeer grote hoeveelheid papegaaien in de prachtigste kleuren. Ze vliegen er vrij rond, zitten in de bomen en vechten af en toe met elkaar. Een prachtig gezicht. Vlak voor we verdergaan nemen we toch nog snel een warm drankje. Twee uur later arriveren we in Samara, een klein dorpje aan het strand van de Stille Oceaan. Even gaat het niet helemaal goed, ons hotel blijkt ergens anders, buiten het dorp te zijn. Dat blijkt niet erg, want het oorspronkelijke hotel staat tegenover een discotheek. Zodra we de sleutel van de kamer hebben grijp ik de zwembroek uit de tas en binnen een minuut lig ik in het zwembad, dat overigens ook een jacuzzi heeft. Er komen nog meer mensen bij, terwijl anderen de voorkeur geven aan het strand en de zee. Daar hebben we morgen en overmorgen ook nog voor.

Tegen vijf uur lopen we richting het strand, dat erg breed is vanwege de eb. We maken veel foto’s, zeker als we ons omdraaien en door de zonsondergang een prachtig gekleurde lucht zien. We eten bij Gusto Beach, een strandtent die zoals de meeste hier van buitenlanders is en waar de locals dus minder baat bij hebben. De vrij hoge prijzen zouden toeristen ervan kunnen weerhouden later nog eens terug te komen. Ondanks dat laten we het ons goed smaken. Na de maaltijd keren we weer terug naar het hotel, wel moeten we eerst nog even geld halen in het dorp, want het is schoon op en we kunnen in de restaurants niet met een credit card betalen. De enige geldautomaten waar we nu terecht kunnen geven colones, geen dollars. Niet te veel pinnen dus, want we willen geen colones overhouden.

Woensdag 29 november

Bij het ontbijt stellen Mariken en Miguel voor morgen later te vertrekken zodat we minder last hebben van files bij San José. We zitten er met een man of tien, dus dit voorstel wordt door de meerderheid aangenomen. We kunnen morgen dus ook nog lunchen aan het strand. De zee is niet ver. Via het strand lopen we voorbij de restaurantjes en gaan eerst even zwemmen. Daarna klimmen we op de hoge stoel bij Gusto Beach, bestellen croissants en smoothies en lezen wat (voor het eerst deze vakantie), voordat we ons bij de anderen voegen. We vullen de ochtend met drankjes en ook de lunch nuttigen we bij Gusto Beach. Het is hier goed toeven. Halverwege de middag verplaatsen we ons naar het hotel om daar in het zwembad verder te genieten. Tegen vijf uur lopen we weer naar het strand om bij een ander restaurant te beginnen aan ons afscheidsdiner.

Hoewel Mariken gisteren alles heeft doorgenomen met iemand van het restaurant, zetten ze ons aan drie verschillende tafels. Dat is niet wat we willen voor vanavond. De serveerster (een onvervalste Italiaanse) is in eerste instantie niet van plan ons bij elkaar te zetten, maar gelukkig kan Mariken haar wel overreden. Als de drankjes zijn besteld, gaat Trudy staan om met een begeleidende speech Mariken te bedanken voor de begeleiding van de afgelopen weken. Ze krijgt een kaartje dat door Els is gemaakt en waar iedereen iets op heeft geschreven. Ook hebben we zoals gebruikelijk geld ingezameld. Mariken geeft op haar beurt Miguel een envelop met inhoud, met de welverdiende complimenten. Ton voegt daar nog een setje Nederlandse klompjes aan toe. Na een gezellige maaltijd keren we weer terug naar het hotel.

Donderdag 30 november

Laat ik eens om half vier wakker worden, ook leuk, toch? Aangezien ik nog wat tijd te doden heb en het in Nederland bijna middag is, besluit ik de Drentsche Golf & Country Club te mailen om te vragen of we op een zaterdag in april een golfclinic kunnen regelen, als onderdeel van een Costa Rica reünie. Dan kunnen we daar ook eten en de film bekijken op de grote tv. Vrij snel krijg ik antwoord dat we meer dan welkom zijn. Ik zet het voorstel en een globale inschatting van de prijs in een appje, die ik nog maar niet verstuurd, wie weet maak ik iedereen wakker. Om zeven uur gaat -ie toch de ether in. Nog voor en tijdens het ontbijt krijg ik diverse positieve reacties.  Vandaag gaan we via het dorp naar het strand. We willen dollars pinnen en de enige plek waar dat kan is blijkbaar in een supermarkt. Met voldoende dollars op zak nemen we weer ons plekje in bij Gusto Beach, nu in de boot, die zo is neergelegd dat het een zitje is geworden. Heel handig en leuk gedaan. Na weer een tijdje zwemmen en opvangen van de klappen van binnenrollende golven, nemen we weer plaats en bestellen croissants en smoothies. Enkele anderen arriveren ook. We zijn vergeten leesvoer mee te nemen en ik krijg de Cosmopolitan aangereikt. Zelden ben ik zo snel door een tijdschrift heen gebladerd. We betalen en gaan over het strand terug naar het hotel. In een boom zit een groepje apen, waaronder een babyaapje. Verderop is een specht zover dat hij vanbinnenuit zijn holletje in een dode boom vergroot.

We zijn net op tijd om voor 12 uur te douchen en onze tassen uit de kamers te halen, zodat we kunnen uitchecken. De tassen gaan de bus in, terwijl wij voor de laatste keer naar het strand gaan en gaan lunchen bij… Gusto Beach. Een van de obers zegt dat we onze croissants van vanochtend moeten betalen. Het gaat ook bijna iedere keer fout. Ronnie heeft ze wel opgenoemd toen hij vanochtend betaalde, maar op het bonnetje dat hij heeft bewaard zien we dat die niet zijn aangeslagen. Dan betalen we die na de lunch. Om twee uur staat de bus in het dorp klaar om te vertrekken, bijna iedereen is op tijd. We snellen door het landschap, af en toe opgehouden door trage vrachtwagens. We komen weer langs het wegrestaurant met de ara’s, dat volkomen verlaten is. Geen ara’s dus geen klanten, of geen klanten dus geen ara’s? Wij stoppen om half vijf bij een andere vestiging van Macadamia. Daar maken we voor we weer vertrekken een groepsfoto, eentje stijfjes en de andere lekker gek doen. Ik heb de videocamera erbij aanstaan.

Dan wordt het snel donker. Hoe dichter we bij San José komen, hoe drukker het wordt. Helaas lukt het niet de files te vermijden. Bij het laatste tolpoortje moeten we van laten we zeggen 15 rijbanen terug naar twee. Hoewel er in Costa Rica heel netjes gereden wordt is dit een vrij chaotische situatie. Het lukt ons wonderwel verder te komen en tegen acht uur ’s avonds staan we weer voor hotel Paseo de Rosa. Met zeven man gaan we er nog een keer op uit om wat te eten en drinken bij La Bodegita del Medeo (waarvan het origineel in Havana, Cuba, staat). Deels omdat we honger hebben en deels om afscheid te nemen van Evert, Hester en Hein, die later rechtstreeks met KLM terugvliegen. Er wordt live muziek gespeeld maar om half elf wordt het hoog tijd ons bed op te zoeken, omdat het een hele korte nacht wordt.

Vrijdag 1 december

De wekker staat op half drie, maar ook deze keer weet ik hem voor te blijven. Als ik heel positief kijk en flink naar boven afrond, heb ik net drie uur geslapen. Bijna iedereen is op tijd (kwart over drie) met de tassen bij de receptie. Miguel staat voor op de straat om ze voor de laatste keer de bus in te tillen. Met alle passagiers aan boord vertrekt hij richting het vliegveld. Bij de terminal voor vertrek nemen we nu echt afscheid van hem. Het inchecken gaat prima en levert ons zelfs een bonus op: we worden naar andere stoelen verplaatst, bij de nooduitgang. Daar hebben we veel meer beenruimte.

De douane en controle van de handbagage verloopt vlekkeloos. Ronnie vindt in een souvnirshop zijn langgezochte grote boomkikker. Goedkoop is anders, net als alles op het vliegveld. Een kopje cappuccino en thee kost ons acht dollar en voor twee zakjes nootjes betalen we de hoofdprijs: 24 dollar! Hadden we toch gisteren nog even moeten inslaan. Om even voor zes start het boarden. We moeten even wachten tot andere vliegtuigen uit de weg zijn en starten dan voor een vlucht van 3 uur en 19 minuten naar Houston. De vlucht verloopt voorspoedig en op het vliegveld van Houston hoeven we ons niet te haasten, want de volgens lucht naar Amsterdam is pas over zes uur. We doden de tijd met allerlei dingen, waaronder een paar potjes klaverjassen. Als we eindelijk het vliegtuig in mogen, zie ik dat de beenruimte bij deze stoelen ook best meevallen. Het vliegtuig is niet echt vol, en op diverse plekken, ook naast Ronnie en naast mij is een stoel vrij. Dat geeft nog meer mogelijkheden tijdens de reis iets flexibeler te zijn met hoe we gaan zitten en proberen te slapen. Drie films later heb ik vast wel wat gedommeld en getukt, maar een volle nachtrust is me in het vliegtuig nog nooit gelukt.

Zaterdag 2 december

Bij het ontbijt in het vliegtuig begint de man naast me een gesprek met me aan te knopen. Ik dacht eerst dat hij Amerikaan was, maar hij heeft een onvervalst plat accent uit het oosten van Nederland. Hij was geëmigreerd naar Amerika, gaat nu weer tot de zomervakantie naar Nederland en begint dan een nieuwe boerderij in Colorado. Hij heeft zo’n 45 of 46 van de 50 Verenigde Staten gezien, net 5 of 6 meer dan ik. Leuk, even zo babbelen met een wildvreemde. Het vliegtuig landt in een dikke mist ergens na half acht, maar moet nog een heel eind taxien. De riemen mogen los, we pakken onze spullen en stappen de Hollandse vrieskou in. Toch maar even de lange broek uit de bagage halen. Die trek ik op een wc aan, en in die tijd missen we net de trein van 9.04 uur naar Groningen. We wachten nog een uurtje en pakken dan de volgende intercity. In Groningen worden we door Pa en Ma opgewacht, die ons naar mijn huis rijden. Ik laat wat filmpjes zien, de rest van de vakantie wordt nog even doorgenomen en dan is het mooi geweest. Er ligt nog een hoop was en andere klusjes te wachten.

Medereizigers Ton & Els, Evert & Hester, Jantina & Rina, Jos & Yvonne, Karin, Marcel, Sanne, Trudy, Robin en Hein en natuurlijk reisbegeleidster Mariken en chauffeur Miguel, ontzettend bedankt voor de gezellige, mooie, grappige en interessante drie weken in de fantastische natuur van Costa Rica!