Photo Pleasure
Navigation

Canada en USA 2007

Een nieuwe lente, een nieuwe reis

Tekst: Eric Afman / Foto’s: Ronnie Afman.

De lente is er officieel nog niet helemaal, maar kijk maar eens naar buiten, er begint alweer van alles te groeien en bloeien. Wij gaan echter eerst nog even de winter opzoeken, voor een weekje. Skiën in Canada staat al een tijdje op ons verlanglijstje en nu gaat het er dan eindelijk van komen.

Om de vliegkosten relatief lager te maken in vergelijking met de duur van de vakantie hebben we er ook nog een zon/reisvakantie aan vast geplakt. Dat de hele trip daarmee veel duurder wordt laten we maar even buiten beschouwing

We zullen na de wintersportweek van Vancouver naar Miami vliegen om daar een beetje op het strand te zonnen, een auto op te pikken en daarmee Florida, Georgia, South Carolina en Tennessee te verkennen. Dat betekent cruisen over de Keys, met boot de Everglades racen, een NBA wedstrijd bijwonen, naar Disneyworld, een plantage bezoeken, in Nashville een stukje country & westernmuziek meepikken in de vorm van de Grand Ole Opry en uiteindelijk in Memphis even bij Elvis langs. We’re going to Graceland, Graceland, Memphis, Tennessee, …
Hiervoor rijden we zo’n 3500 km. En dat alles in 2,5 weken. Ook dat is vakantie.

Dat zijn de plannen in ieder geval, eens kijken of er nog tornado’s zijn die die plannen omver kunnen werpen, of een gebroken been in Whistler, of misschien bevalt het strand in Miami wel errug goed. Enfin, dat kun je de komende weken hier allemaal lezen. Daarnaast zullen we foto’s plaatsen, zodat je er ook een beetje een beeld bij kunt vormen. We gaan ervanuit dat er in Canada en de USA in ieder geval genoeg internetcafés zijn om de berichtjes te verversen.

U hoort nog van ons.

Let it snow, let it snow, let it snow

Na tien uur vliegen, even kletsen met de douane op het vliegveld van Vancouver, het ophalen van de bagage en de huurauto start de reis richting Whistler. Onderweg stoppen we even in Stanley park, waar je een mooi uitzicht hebt op de skyline van Vancouver en de Lions Gate Bridge. De weg naar het noorden is vrij rustig, zowel qua verkeer als qua bebouwing ernaast. En qua sneeuw, want dat zien we nog niet liggen. Aangekomen bij het hotel, de Whistler Cascade Lodge, kijken we onze ogen uit, we gingen toch pas later in Florida naar Disneyland? Geintje, maar toch ziet het heel imposant uit.

Eigenlijk verloopt alles naar wens, alle vouchers worden probleemloos ingewisseld voor een auto, hotelovernachtingen, de skipas… Alleen de skihuur is wat gecompliceerder. Er staat namelijk nergens waar we ski’s moeten halen. Aan de balie van het hotel worden we ook niks wijzer. Dus is het tijd om naar Nederland te bellen (waar het 7 uur ’s ochtends is). Na nog drie telefoontjes hebben we het op maandagochtend dan eindelijk voor elkaar, we weten het adres voor de ski’s. Helemaal aan de andere kant van het dorp. Later komen we erachter dat dezelfde winkel ook een dependance heeft in ons hotel, maar waarom staat dat dan niet op de voucher?

Wie het weer op onze reis een beetje volgt zal denken dat we weinig mazzel hebben: er is voor de hele week regen voorspeld. De weerkenners in Canada zijn echter niet veel beter dan die in Nederland, we hebben alleen woensdag in het dorp regen gehad. Maar regen op 600 meter betekent ook sneeuw op grotere hoogte. En daarmee komen we op het belangrijkste punt van wintersport in Whistler: poedersneeuw!!! Man, wat is dat prachtig. We leren weer heel wat bij qua skiën. Het blijft dan ook niet bij de blauwe pistes (rood kennen ze hier niet echt), ook de zwarte en vooral off-piste, het is allemaal één groot genot. Het gaat natuurlijk met veel vallen en opstaan, maar dat deert niet. Nog geen blauwe plekken, wel veel spierpijn. Maar dat lost zich vanzelf wel weer op als we straks in Miami aan het strand liggen

De eerste poging in de diepere sneeuw eindigt voor mij in een mooi uitgevoerde koprol, terwijl Ronnie iets verder naar boven staat te kijken waar ik bleef. Dan blijkt ook nog eens dat ik mijn zonnebril kwijt ben. Daar heb ik nog even naar gezocht, maar zonder resultaat. Gelukkig heb ik er nog eentje. Na een uurtje elders te hebben geskied komen we weer op hetzelfde punt uit en Ronnie stelt voor om nog maar eens te zoeken. Met die harde wind en sneeuw die daardoor wordt verplaatst schat ik de kans erg laag in, maar hij vindt hem zowaar terug. We hebben woensdag trouwens maar echte skibrillen gekocht, want de wind en de sneeuw blijven maar aanhouden. Maakt niet uit, we willen juist meer nieuwe sneeuw. Dus: let it snow, let it snow, let it snow!

See you later, alligator

Het is alweer een week geleden dat we voor het laatst op de ski’s hebben gestaan, en kunnen dat nu nauwelijks nog bevatten. De laatste dagen in Whistler waren vrij koud op de berg (harde wind en veel sneeuw), en nat in het dorp zelf (regen). Toch hebben we het maximale uit de skitrip gehaald; uiteindelijk hebben we diverse mogul-pistes weten te trotseren, net als een aantal leuke (nu wel) gladed trails (tussen de bomen door). Misschien wel het meest positieve aan skiën in Canada zijn de volgende dingen: de vriendelijke mensen hier, geen gedrang bij de liften – die trouwens door de weeks bijna niet bestaan, in het weekend is het veel drukker – en geen Anton aus Tirol(!), maar U2, Alanis en andere rockmuziek.

Na de ski’s te hebben ingeleverd en een laatste bezoek aan het dorp (o ja, het eten is ook prima verzorgd, leuke tentjes) is het zondag tijd om weer naar Vancouver te rijden. Een en al regen en mist onderweg, dus veel van de fantastische omgeving hebben we niet kunnen zien. In Vancouver duiken we het Imax-theater in om twee films te bekijken. We zijn vaker in een Imax geweest, maar het blijft een prachtige ervaring, vooral 3D films zijn prachtig. Onze vlucht naar Seattle is ook een belevenis, want we vliegen met een Bombardier Q200. Iemand ooit gehoord van dat type vliegtuig, behalve Kees? Wij ook niet. Het is eentje met twee propellers. We dachten eerst nog dat het vliegtuig lang niet vol zou zitten, maar hij was zo goed als vol, met plaats voor slechts 37 passagiers. Eenmaal in het vliegtuig wordt omgeroepen dat tijdens de vlucht geen service zal zijn, vanwege het slechte weer zal het een ‘bumpy ride’ worden. Oké, nog meer goed nieuws? Er zitten inderdaad veel ‘hobbels in de weg’ maar we komen heelhuids aan in Seattle. Zal wel aan de ‘lucky dice’, de enorme dobbelstenen die de piloot voor het raam heeft hangen. In Seattle stappen we over op een normale Boeing 737 richting Miami. Het grootste deel van de nachtvlucht slapen we.

Maandag 12/3: Welcome tot Miami

We komen om 8 uur plaatselijke tijd aan. Inmiddels zijn we drie tijdzones dichter bij Nederlandse tijd plus de zomertijd die in Amerika op zondag is ingegaan. Het verschil is nu dus nog maar vijf uur. We halen de auto op, een Pontiac Grand-Prix. Het lijkt wel een aflevering van Pimp My Ride, maar uiteindelijk is dit slagschip nog maar klein vergeleken met de Hummers, Caddy’s en limo’s die hier rondrijden. We vullen de dag voornamelijk met aan het strand liggen en rondrijden door de stad. Het verschil in temperatuur met Whistler is dik 30 graden.

Dinsdag 13/3

Vandaag rijden we richting Key West, over de Highway 1. Key West is het uiterste puntje dat met de auto te bereiken is. Er heerst een Caraïbische sfeer op dit eiland. Er zijn hordes toeristen en niet minder studenten die hier hun Spring Break vieren. Veel verhalen over gehoord, studenten die zich te buiten gaan aan drank enz, maar ze zorgen niet echt voor overlast. Vooral ’s ochtends niet want dan liggen ze nog hun roes uit te slapen. We lopen door Duval Street en Whitehead Street, de belangrijkste straten in het oude stadsdeel, met veel oude houten gebouwen. We lopen naar het meest zuidelijke punt van het vasteland van de USA en daarna naar Mallory Square voor de Sunset Celebration. Dit doen we niet alleen, er staan honderden, zo niet nog meer, mensen op de kade en er wordt luid geapplaudisseerd als de zon verdwijnt. Dan staan we nog even te kijken bij Gazzo, een Engelse goochelaar die zijn show met veel, heel veel humor aankleedt.

Woensdag 14/3

Het is museum dag voor ons: eerst naar het Pirate Soul museum, waar de geschiedenis van de piraterij wordt verteld met veel attributen en scenes uit de piratentijd. Daarna Shipwreckmuseum, waar we naar binnen worden geleid door middel van een toneelstukje met in de hoofdrol Mr. Tift, destijds een belangrijk man in Key West en de bewoner van wat later het Hemingway House werd. Dat is dan ook onze volgende stop. Kijken hoe de beroemde Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway leefde in de negen jaar dat hij op het eiland woonde. De gids had er allerlei leuke en minder leuke verhalen bij (Hemingway was net als anderen in zijn familie manisch depressief en schoot zichzelf uiteindelijk door het hoofd). De enigen die er nu nog wonen zijn 49 katten, waarvan een aantal met zes tenen per poot. Naast het Hemingway House staat een café, dat niet interessant is en dat steeds minder wordt naarmate je langer op je simpele omelet zit te wachten. Na een uur kunnen we pas onze honger stillen. Zonder fooi achter te laten gaan we met de auto weer richting vasteland. In de buurt van Miami slaan we linksaf de 41 op, richting de Everglades en overnachten we in Everglades City.

Donderdag 15/3

De airboat operator heet Speedy Johnson’s. We moeten even wachten tot half twaalf voor we met airbootpiloot Shannen en vier krasse Amerikaanse pensionado’s de tocht van een uur over het water door de Everglades kunnen maken. Onderweg zien we een Manatee (dat wil zeggen een piepklein stukje van zijn rug) en twee alligators. Verder vooral heel veel water, mangroves en gras. We hebben oorbeschermers op, want zo’n airboat overschrijdt al snel de normale geluidsnormen, vooral op hoge snelheid. Op volle toeren gaan we 45 mijl (zo’n 75 km) per uur. Het is een prachtige tocht, vooral als we wild de bochten om varen. Na dit avontuur vervolgen we onze weg naar het noorden. Eerst naar Tampa, waar we na kort beraad langs rijden om door te gaan naar Orlando. Hier gaan we dit weekend nog meer avontuur beleven: Disney World, Universal Studios en een uitstapje naar Cape Canaveral, voor een blik in de ruimte.

PS Als je op een vergrote foto klikt, krijg je ze allemaal in een automatische diashow te zien. Have fun, we certainly did!

It’s a small world after all

Vrijdag 16/3

Een rustig dagje voor de verandering: we halen de kaartjes op voor de NBA wedstrijd tussen de Orlando Magic en de Sacramento Kings, die morgenavond om 7 uur begint. Ik had de kaartjes via internet gekocht en we hoeven ze alleen nog maar op te halen bij het stadion. ’s Middags is het weer prachtig weer en aangezien je in Florida vanuit iedere plaats binnen een uur bij het strand kunt zijn, rijden we naar Cocoa Beach. We eten bij de IHOP, de International House Of Pancakes en gaan weer terug naar het hotel.

Zaterdag 17/3

Eigenlijk is Orlando één groot pretpark, overal hangen enorme billboards die ons naar elke denkbare attractie willen trekken. De eerste van de pretparken die we bezoeken in Orlando is Universal Studios. Er zijn allerlei thema’s: van Return of the Mummy – wat een indoor achtbaan blijkt te zijn, iets wat mijn maag niet helemaal op prijs stelt – tot 3D IMAX films (waar hebben we dat eerder meegemaakt deze vakantie) en zelfs een 4D Shrek film (de vierde D is gevoel: er wordt gesproeid als de ezel niest, je voelt de wind door je haar, enz). Een boottocht door Amityville brengt je in contact met Jaws. En zo zijn er nog diverse andere dingen te zien. Zeker de moeite waard. Ook is er iedere zaterdagavond een muziekoptreden in het kader van Mardigras. Helaas kunnen we dat niet bijwonen omdat we die kaartjes voor het basketbal al hadden gekocht. Maar ook dat is zeker niet erg, hoewel de eindstand in het voordeel is van de tegenpartij en een grootdeel van het ti duizend koppen tellend publiek enkele minuten voor het einde het stadion verlaat, vermaken we ons uitstekend. En we krijgen vanwege St. Patrick’s Day een gratis cap (in het groen natuurlijk).

Zondag 18/3

En dan Disney World: het is al een heel avontuur om de juiste ingang te vinden. Er gaan diverse snelwegen naar diverse parken die samen het Disney World Resort vormen. Wij kiezen voor Magic Kingdom. Via de monorail komen we bij de ingang en eenmaal binnen stappen we Main Street USA in. Daarachter ligt, in het midden van het park, het sprookjeskasteel van Doornroosje. We starten de rondgang over het park met een muzikaal welkom door Donald, Goofy, Mickey en Minnie, Peter Pan en Kapitein Haak en nog meer figuren. Vervolgens lopen we door het deel van het park wat voornamelijk voor kinderen is bedoeld, via Tomorrowland naar Frontierland en Adventure Land. Wie al eens in Disney World, Eurodisney of een andere variant is geweest, kent het deuntje in de titel wel, grote kans dat je er nooit meer vanaf komt. Ook in Disney trouwens de nodige 3D IMAX films en thrill rides, waaronder Red Mountain Thunder Railroad. We blijken zo ongeveer de laatsten te zijn die hier in kunnen, vanwege een defect aan het systeem. ’s Avonds zijn we getuige van een verlichte parade met alle Disneyfiguren en als afsluiter een spectaculair vuurwerk rondom het kasteel. Prachtig!

Maandag 19/3

We maken een uitstapje vanuit Orlando naar Cape Canaveral voor een bezoekje aan het Kennedy Space Center. Hier worden de space shuttles de lucht ingeschoten – voor zolang als dat nog duurt, in 2009 kappen ze ermee en gaan ze andere raketten testen en nog later gebruiken voor nieuwe bezoekjes aan de Maan en uiteindelijk aan Mars. We zien een deel van het terrein via een bustour en krijgen een flinke hoeveelheid informatie over alles wat maar met ruimtevaart te maken heeft. Aan het begin van de avond rijden we naar Daytona Beach.

Dinsdag 20/3

Een hoop lawaai wordt over ons uitgestort als we een rondleiding krijgen door het Speedway stadion. We bezoeken het museam van Speedway USA en zien weeeeeer een 3D IMAX film, waarbij ook de decibellen het gevoel versterken dat je zelf op de Speedway baan zit.
’s Middags rijden we naar het noorden, naar St. Augustine. We hebben er dan in totaal al zo’n 1200 mijl opzitten. St. Augstine is de oudste permanente nederzetting in de Verenigde Staten, over 9 jaar hopen ze hun 450-ste verjaardag te vieren en hebben daarvoor alvast de koning van Spanje en de Paus uitgenodigd. We lopen hier het hele oude centrum rond.

Woensdag 21/3

We lopen vanuit ons motel naar het fort dat aan het water ligt en daarna naar het oudste huis, dat er al sinds het begin van de 18e eeuw staat en sindsdien allerlei make-overs heeft doodgemaakt. Gelukkig niet te modern, men bedacht ongeveer een eeuw geleden al dat het wel als museum dienst kon doen. Onze volgende stop is Savannah in Georgia, uit de koloniale tijd, waar we de oude binnenstad bezoeken en onze ogen uitkijken naar de gebouwen uit de tijd van Scarlett o’Hara. Daarna rijden we door naar Charleston in South Carolina, waar het moeilijk blijkt een hotel te vinden vanwege een of andere conferentie.

Donderdag 22/3

Omdat de ferry naar Fort Sumter pas om 12 uur vertrekt bezoeken we eerst het naastgelegen Charleston Aquarium, wat ook best aardig is maar helaas op dat moment ook hele hordes schoolkinderen vanuit het hele zuidoosten herbergt. Op de boot keert de rust weer. Op Fort Sumter, dat voor de kust van Charleston ligt, krijgen we een uur de tijd om rond te kijken. Eerst vertelt een ranger nog een en ander (vooral) luid en duidelijk in komische stijl. Fort Sumter was de plaats waar in de burgeroorlog (1861) het eerste schot gelost werd. Terug op het vasteland rijden we naar Drayton Hall en Magnolia Plantation, beide zijn uit de tijd van de rijstplantages en de bijbehorende slavenarbeid. Wisten we nog niet: die slaven waren niet alleen belangrijk voor het zware werk, maar ze hadden ook de kennis in huis: in Afrika waren ze zelf ook al druk met de rijst in de weer. Wat ook nieuw was: zoals bovengenoemde Scarlett werd weergegeven in Gone with the Wind ging het er destijds niet aan toe: als Plantation Mistress hadden de dames een zwaar bestaan en waren ze al op hun 30e vanwege de stress beroofd van hun goede uiterlijk, haar, tanden en zicht. ’s Avonds zien we aan de haven een hele batterij aan kanonnen die Charleston moesten verdedigen en dure huizen uit die tijd in diverse kleuren.

Vrijdag 23/3

Een lange rit van Charleston naar Asheville, North Carolina, leidt ons van de kust naar de Blue Ridge Mountains. Waar is die John Denver CD als je hem nodig hebt? Vlak voor Asheville staat Chimney Rock, een enigszins losstaande rots in de bergen. We beklimmen de rots en volgen nog een trail naar de Hickory Nut Falls, een waterval die we helaas alleen van boven kunnen bekijken. De rest van de trail is afgesloten. Maar wel kunnen we even pootjebaden in het ijskoude water vlak voordat het een paar honderd meter naar beneden stort. In Asheville is deze avond blijkbaar een of ander concert of iets dergelijks aan de gang; er is een groep trommelaars die op een plein een menigte aan het swingen brengt.

Calling Elvis

Zaterdag 24/3

Gisteren had een dame die we tegenkwamen op Chimney Rock ons een tip gegeven om nog ergens heen te gaan. Stel: het is eind 19e eeuw, je bent 33, single en je opa heeft in het verleden een vermogen opgebouwd dat omgerekend naar nu dat van Bill Gates flink overtreft, je vader verdubbelt dat ook nog eens en jij bent een van de erfgenamen. Wat te doen? Juist, je bouwt een huisje voor jezelf. Niet zomaar een huis, maar een landhuis met 8000 acres grond (dat schijnt 3200 hectare te zijn). Het heeft 250 kamers, 65 open haarden, 43 badkamers, een indoor zwembad, een bowlingbaan, en allerlei dure accessoires en een luxe die destijds ongekend was. Van het hek naar de voordeur is dik drie mijl. Het is enorm indrukwekkend als je er doorheen loopt, ondertussen luisteren naar de audiogids via de koptelefoon. In het huis (want dat was het) mag niet gefilmd of gefotografeerd worden. Dus de videocamera blijft uit. Maar Ronnie kan de camera heel onopvallend prima gebruiken om zo alsnog eigen foto’s te maken. Halverwege de tour staken we deze actie omdat er wel erg veel bewaking rondloopt en in iedere kamer camera’s hangen. Na het huis brengen we een bezoek aan de tuinen, een wijnmakerij en nog wat andere bezienswaardigheden. In ieder geval kunnen we zeggen dat die dame ons gisteren een gouden tip heeft gegeven.
PS Nog benieuwd wie deze rijke stinkerd was? George Vanderbilt, van Nederlandse komaf. Het waren wel die Hollanders…
We belanden uiteindelijk in Cherokee, een plaats in het Cherokee indianenreservaat aan de rand van de Smokey Mountains. Wat je bijna altijd in deze reservaten ziet is een casino, waar we ook even een bezoekje aan brengen. Zouden we net zo’n vermogen kunnen opbouwen als good old George?

Zondag 25/3

We hebben gisteren weer een souvenir gekocht. Deze keer geen T-shirt (de koffer bulkt al aardig uit), maar iets heel anders. Buiten aan de muur van een winkeltje zien we een vloerkleed, dat er mooi uitziet. We hebben eerst onze bedenkingen wat betreft de haalbaarheid om dit mee te nemen in het vliegtuig, maar nemen toch de gok. Het kan onder excess baggage vallen en dan kost het extra, maar wie weet blijven we nog beneden het maximale gewicht. De pakketten gaan op de achterbank. Het stuur wordt richting de Smokey Mountains gedraaid en we verlaten Cherokee, waar nu zo’n 16000 indianen wonen. De politiek correcte term is ‘native American’, maar dat zie je nergens op borden of ander reclamemateriaal, het woord Indian des te meer. De bomen in de Smokies zijn nog wat kaal, maar de zon schijnt, het is lekker warm en we hebben een prachtig uitzicht over de bergen. Tijd voor een wandeling. Het eerste deel van het pad is 1.7 mijl lang, dus dat is prima te doen. Toch duurt het langer dan we denken, maar het gaat dan ook steeds omhoog en het is geen geplaveide weg, overal komen we boomstronken, stenen en rotsen tegen. Als we ons eindpunt hebben bereikt nemen we eens goed de tijd en genieten al zittend van een flesje water en alweer dat prachtige uitzicht. Als we terug zijn bij de auto worden de bergschoenen direct weer omgeruild voor de sandalen, want de temperatuur is weer flink gestegen. Ik weet niet wat het is (en de Amerikanen zelf ook niet trouwens) maar het weer is hier extreem anders dan men gewend is. De hoge temperaturen die we nu ondervinden zijn normaal voor de half juni. Dat geldt al sinds we in Miami zijn geland. En dat terwijl de andere helft van het land te maken heeft met een overvloed aan regen, hagelstenen zo groot als golfballen, en zelfs sneeuw. Voor ons valt het in ieder geval goed uit. Via Knoxville rijden we Tennessee in, naar onze eindbestemming van vandaag: Nashville, oftewel Music City, USA. Downtown lopen we door de straten Broadway en 2nd Avenue, waar veel bands in bars spelen, Charlie Daniels een museum heeft en BB King een blues club. We luisteren in Layla’s Hillbillies naar een voor ons onbekende bluegrass band. Klinkt goed! Het blijkt nog maar een opwarmertje voor morgenavond en overmorgen avond.

Maandag 26/3

Als eerste halen we tickets voor een show in het Texas Troubadour Theater waar we vanavond heen gaan. Dit was niet gepland, maar kwamen we tegen in een van de vele brochures die we bij aankomst in een nieuwe stad oppikken. Het gaat om A tribute to the King, een muzikale (kan het ook anders) voorstelling door John Beardsley en band. Hier komen we straks nog op terug. Ook ongepland en ook via een brochure opgedaan is ons bezoekje aan het Dukes of Hazzard museum van Ben Jones, oftewel Cooter in de serie destijds. Er is toch best veel merchandise van die serie gemaakt en ongetwijfeld verkocht. Er staat natuurlijk een General Lee en ook de auto van Daisy Duke (die inmiddels aardig is uitgedijd). Als we de kaarten voor de Grand Ole Opry hebben gehaald, die we al via internet hadden besteld, gaan we weer richting downtown om het Charlie Daniels museum te bekijken en nog wat meer van de stad te zien. Aan het eind van de middag zitten we aan het meer ten zuidwesten van Nashville. Het is echter zo drukkend warm dat we verkoeling zoeken in het verwarmde (!) indoor (!!) zwembad in ons motel. Enfin, ’s avonds dus naar het theater voor de Elvis voorstelling. De artiesten loodsen ons door het leven en de muziek van Elvis van 1953 tot aan zijn dood in 1977. De man weet wat zingen is en hij kan er ook een goede en leuke show van maken. Hij lijkt niet zo veel op Elvis (behalve qua gewicht), maar de stem komt aardig in de buurt. Een erg goede show, en dat vertellen we hem ook achteraf als hij handtekeningen uitdeelt in de platenzaak naast het theater.

Dinsdag 27/3

Vandaag even weer een rustige dag, we hebben Nashville wel zo’n beetje gezien en besluiten wat kleren te kopen die hier een stuk goedkoper zijn dan thuis (als je de transportkosten van thuis naar hier en terug niet meerekent). Daarna nog naar de Country Music Museum & Hall Of Fame, waar we het grootste deel van de middag de geschiedenis van deze muziekstijl onder de loep nemen. Dat doen we onder andere door middel van een tour langs en in de RCA studio B, waar mensen als Dolly Parton, Roy Orbison en Elvis vele nummers hebben opgenomen. Van de 35000 nummers die er in totaal zijn opgenomen, zijn er zo’n 1000 nummer 10 hits geworden. Niet slecht! Tegen de avond gaat het echt beginnen: we gaan nu het lang verwachte bezoekje brengen aan de Grand Ole Opry, het Mecca voor de Countryfans, en de muzikanten ook trouwens… Het is een prachtig evenement, met goeie muziek van zeven acts, die ons niet allemaal bekend voorkomen (understatement), maar dat maakt voor de show niet uit. De eerste act komt zo ongeveer rechtstreeks uit de Country Music Hall of Fame, Mr. Porter Wagoner, de man waarmee Dolly Parton haar carriere begon. Maf trouwens dat de gastheer tussen de acts door reclame voorleest, soms zelfs als casual gesprekje met een van de achtergrondzangeressen. Na nog twee familiebands en een oude man met een wandelstok die heel aanstekelijke muziek (waaronder gospel) maken, is het feest afgelopen. Dit hadden we niet willen missen!

Woensdag 28/3

We’re going tot Graceland, Graceland, Memphis, Tennessee… Eerst rijden we vanuit Nashville met enorm slecht weer vier uur naar het westen, waar het gelukkig een stuk beter toeven is. Eerste stop is zoals gezegd Graceland, alweer een Mecca, maar nu voor Elvis fans over de hele wereld. We lopen door zijn huis waar we via de diverse kamers een aardig beeld van hem kunnen krijgen. Hij hield wel van overdaad. En van geintjes en van show. Behalve het huis lopen we langs en door nog een paar gebouwen, waar onder andere zijn enorme collectie gouden platen hangen. Laatste stop op het landgoed zelf zijn de graven van Elvis, zijn ouders en zijn grootmoeder (plus de plaque ter herinnering aan zijn overleden tweelingbroertje). Aan de andere kant van de weg zijn nog meer tentoonstellingen, zoals al zijn opzichtige kostuums uit de jaren 70 en zijn verzameling auto’s. Tegen half vijf breien we er een eind aan en rijden we naar het vlakbij gelegen vliegveld om even te controleren of onze vlucht morgen nog gaat en of wij er dan ook in zitten. Dat lijkt in eerste instantie een beetje lastig, aangezien we drie keer zijn opgeboekt in het systeem. Enig onderzoek wijst gelukkig uit dat het wel snor zit. We zoeken ook nog even de plek op waar we morgen de auto moeten afleveren, zodat ons dat geen verrassingen zal opleveren. Om nog iets meer van Memphis te zien rijden we naar Mud Island, dat in de rivier de Mississippi ligt. Hiervandaan vertrekt de Memphis River Queen, een raderboot (of eigenlijk een van twee a drie raderboten) voor een rondvaart of – ’s avonds – een diner en show aan boord. Dat laatste is echter ook weer een gevalletje van te vroeg in het seizoen. In het motel moeten we de koffers eens flink opnieuw indelen, want ze zijn A) veel te zwaar en B) bijna niet meer dicht te krijgen. Gelukkig komen we daar wel uit. Morgen moeten we maar kijken wat het personeel op de luchthaven ervan vindt. Ons rest vanavond nog een lekkere maaltijd in een goed restaurant en een wandeling door Beale Street, de place to be als het donker wordt in Memphis. Er staan ladingen motoren in de straat, waarschijnlijk is er een bijeenkomst voor bikers ofzo. Net als Nashville heeft BB King hier ook een blues club, en hoor je de muziek van alle kanten op je afkomen.

Donderdag 28/3

Er valt niet zoveel meer te doen, misschien wat in de stad rondkijken, of de rivier over ofzo. Het is een kwestie van onze tijd uitzitten tot een uur of vijf. Het wordt vrij warm (een recordtemperatuur sinds ’63 zegt The Weather Channel), dus we besluiten een stukje te gaan rijden in onze auto met airco. Als we de Mississippi oversteken belanden we in Arkansas (de thuisstaat van Bill Clinton), hier is het echt weer het platteland dat overheerst. We draaien naar het noorden en komen een uurtje later in Missouri terecht. Na nog twee keer het aan het stuur draaien rijden we weer richting Memphis. Oorspronkelijk denken ook de staat Mississippi nog even mee te pikken, aangezien het direct ten zuiden van Mempis ligt, maar daar zien we uiteindelijk vanaf. We nemen de tijd om de auto in te leveren en op het vliegveld in te checken en te wachten tot we het vliegtuig in kunnen terug naar huis. Als het goed is wachten onze ouders op Schiphol op ons en leggen we dan eindelijk de laatste van de grofweg 4000 kilometers deze vakantie af. Dat klinkt ontiegelijk veel, maar dat valt best mee. Het was het in ieder geval meer dan waard, we hebben heel veel nieuwe indrukken opgedaan en er een hoop mooie herinneringen aan overgehouden. Hmmm, wat moeten we volgend jaar nu eens doen??? Geld genoeg lijkt het, want ik lees net in mijn mail dat ik 1.000.000 Britse ponden heb gewonnen in de National Lottery in de UK. Even googlen en dan blijkt dat het een hoax is, een truuk om op slinkse wijze te proberen mij geld afhandig te maken. Dan nog maar weer een tijdje aan het werk…

Het was ons weer een waar genoegen de ervaringen op te doen zodat we ze met jullie konden delen. Hopelijk heeft iedereen er ook plezier aan beleefd. Tot volgende keer!