Photo Pleasure
Navigation

Lake Louise wintersport Canada 2008

Wintersport in Lake Louise

Tekst: Eric Afman / Foto’s: Ronnie Afman.

Donderdag 7 februari

In plaats van om drie uur door de wekker gewekt te worden, deed ik een uur later met enige moeite mijn ogen open toen ik een deurbel, steentjes tegen het raam en mijn naam hoorde roepen. Leuke entertainment voor de buren zo midden in de nacht. Enfin, dit betekende dat Ronnie met mijn ouders waren gearriveerd om naar Schiphol te rijden. Even snel douchen, scheren en aankleden en we konden met een vertraging van slechts 25 minuten alsnog op pad. Gelukkig de hele weg geen files. Niet dat ik daar veel van gemerkt had, ik heb nog een beetje slaap in gehaald in de auto. Na het inchecken en met zijn vieren een kop koffie/thee drinken in het restaurant (dat begint ook een aardige traditie te worden, Hawaii was nog maar een paar maand geleden) vertrekken onze ouders weer en gaan wij richting de gate. We vliegen eerst een kort stukje met British Midlands naar Londen. Daar moeten we 2,5 uur wachten voor onze vlucht met Air Canada naar Calgary, Alberta. Om de tijd door te komen werden er tijdens de transatlantische vlucht (8,5 uur) drie film vertoond. Rush Hour 3 ging wel, Forrest – Life is like a box of chocolates – Gump blijft steengoed, maar bij The Nanny Diaries ben ik afgehaakt.

Bij het dalen van het vliegtuig kregen we een aardig overzicht van de kale prairie waar Calgary in ligt, met op de achtergrond de Canadase Rockies, ons thuis voor de komende tien dagen. Eenmaal geland werden we opgewacht om met de bus naar Lake Louise te worden vervoerd. Die rit ging via Banff en duurde een uurtje of twee. Ons onderkomen heette de Deer Lodge, het staat vlakbij het meer Lake Louise en heeft een leuke, rustieke uitstraling. Veel donker hout, met van die enorme boomstammen die de muren vormen en het dak op de juiste hoogte houden. Er stond geen tv op de kamer, maar er was wel een games room (met biljart en een PC met internetverbinding). En bovenop het dakterras had men een hot tub geplaatst. Nadat we onze spullen in de kamer hadden gedumpt liepen we in een paar minuten naar Chateau Lake Louise. Dat is een enorm kasteelachtig hotel en overziet het meer, dat in de zomer smaragdgroen is (we waren hier in 2000 in de zomer ook geweest) maar nu compleet dichtgevroren en besneeuwd is. Er waren twee ijsbanen op het meer ingericht, eentje voor gewoon schaatsen en eentje voor ijshockey, maar er was niemand aan het schaatsen. Wel konden we een blik werpen op allerlei ijssculpturen die voor het hotel stonden. Tenslotte liepen we weer terug naar de Logde om aan ons avondeten te beginnen. Wat lokale gerechten betreft keus genoeg: bison, caribou, elk, noem maar op. Er valt deze week genoeg te proberen dus. Zodra we na het eten op het bed gingen liggen, waren we vertrokken.

Vrijdag 8 februari

Wegens het tijdverschil en ondanks de vermoeidheid weinig geslapen, maar toch wakker genoeg om te ontbijten en met onze skischoenen in de hand de shuttlebus in te stappen. Die vertrok vanaf half negen elk half uur naar de ski hill aan de andere kant van de village. Zo ver van de piste hebben we nog nooit gelogeerd. Maar goed, dat busje reed er rechtstreeks heen. We kregen even een flinke tik te verwerken bij het huren van de ski’s (topkwaliteit spul, dat wel) en het kopen van een skipas (zeven dagen skiën binnen negen dagen). Bijelkaar zo’n 2000 dollar voor twee personen! Uche, uche, snel vergeten maar weer. Er gingen twee liften de berg op, eentje een vierzitter, de andere een gondel. Bij de eerste afdalingen konden we wel merken dat we een paar weken geleden al een weekendje in Oostenrijk hadden geskied. Dus al gauw zochten we de wat moeilijkere pistes op (black diamonds, tussen de bomen door, enzo, heel leuk). Zo kwamen we een paar hellingen verderop (Lake Louise heeft er drie) een leuke piste met de naam Rock Garden tegen. Dit was een behoorlijk letterlijke benaming. We hadden stukken van twee a drie meter breed om bij de rotsen vandaan te blijven. Dat lukte niet altijd. Gelukkig hebben we de ski’s verzekerd ;-). Terug in de Deer Lodge hoorden we van een Engels koppel dat er op maandag en vrijdag een bus naar Sunshine Village gaat (nog meer pistes!) en er in de village een mooi oud stationsgebouw dienst doet als restaurant. Ondanks de lange dag op de ski’s lopen we de vier km naar het dorp. Dit was 45 minuten lopen, dus dat viel wel mee, maar daarna liepen we eerst verkeerd (bleek aan het andere eind van het dorp) en moesten we door de sneeuw (op veel plekken een meter diep) over het spoor om bij het restaurant te komen. Enigszins vermoeid gingen we aan tafel. Het eten was zowel erg lekker (mijn gerecht) als iets minder (dat van Ronnie). Met een taxi werden we weer naar de Lodge gebracht om daarna weer snel het bed in te duiken.

Zaterdag 9 februari

We dachten extra vroeg te gaan skiën, maar tevergeefs: de liften waren nog niet in werking. Ze draaiden wel, maar dat waren testruns. Het was erg koud geweest die nacht. Wel heel aardig: de mountain guides, vrijwilligers die je van alles kunnen vertellen over pistes en de omstandigheden, kwamen bij de wachtenden langs met gratis hot chocolate. Toen we uiteindelijk boven kwamen en aan onze eerste afdaling begonnen, werd ook wel duidelijk hoe koud het was. Alles deed bijna zeer van de kou: vingers, voeten, gezicht… Snel maakten we de afdaling naar de base lodge en daar aangekomen kregen we door dat het -20 graden was. Vlug naar binnen voor een kop hot chocolate en het opwarmen van de ledematen. We gingen zitten aan een tafeltje waar twee Canadezen zaten, een man en een vrouw. Druk mee gepraat, de vrouw had haar dochtertje en een vriendinnetje uit Nederland. Veel Nederlanders hier: gisteren kwamen we ook al een gezin tegen waarvan de halve familie van de vrouw uit Nederland kwam en een van de zoontjes ons dropjes aanbood (en het ook zo uitsprak, terwijl hij maar twee woorden Nederlands sprak: het andere was oma). Anyways, de vrouw gaf ons speciale doekjes die warm worden als je ze uit de verpakking haalt, erg aardig. Op een gegeven moment kwam het gesprek op wat er tegenwoordig allemaal wel niet bij kwam kijken als kinderen op skiles gaan enzo, de vrouw kende iemand die voor de (vrij professionele) kids maar liefst 40(!) paar ski’s in de garage had staan. De man bekende toen dat hij er thuis ook tien paar had. Wij huren gelukkig slechts…

Op een gegeven moment toch maar weer de kou in gegaan en een helling gevonden (de Larch Area) waar het een stuk minder koud was (-5 gaf de thermometer aan). Daar hebben we tot het einde van de middag geskied. Via de ski out, een hele lange vlakke route, kwamen we weer bij de base lodge terecht, alwaar de shuttle bus van de Deer Lodge ons al stond op te wachten. Na een maaltijd aldaar was het verhaal weer zoals voorheen: naar bed en snurken maar!

Zondag 10 februari

Nogmaals een dagje Lake Louise. En weer geen wolkeloze hemel, maar een dichte grijze boel, waar gelukkig weer veel sneeuw uit was gekomen, zodat het in ieder geval lekker skiën was. Het scheelde dat de temperatuur weer op een normaal peil was gekomen. Het skiën ging weer heerlijk, we hadden nu ook een route gevonden naar het uiteinde van de ski area. Een blauwe piste volgens de kaart, maar door de nieuwe sneeuw en het beperkte zicht, toch iets zwaarder dan dat. Het gaat in Canada trouwens van groen, naar blauw, naar zwart (black diamond) naar extreem (double black diamond). Aan het eind van de middag troffen we de concierge van de Chateau om te vragen naar vertrektijden voor de bussen naar Sunshine Village (waar onze skipas ook geldig was) en Banff, voor een dagje niet skien, maar wandelen en shoppen. Verder de donderdag besproken voor een dog sled tour, weer eens iets nieuws. Typisch iets voor toeristen trouwens, een doorsnee Canadees zal het nog nooit hebben gedaan.

Na de hondensleetocht waarschijnlijk het volgende bericht, hopelijk met foto’s. Dat is hier ietwat lastig, we hebben erg weinig privileges op de PC in de lodge…

Sunshine Village en Banff

Maandag 11 februari

Het Engelse stel dat ons over de Station vertelde, had ook aangegeven dat er op maandag en vrijdag een bus naar Sunshine Village reed. Dus vandaag zou onze eerste ontmoeting met dat skioord worden. We vertrokken om half acht bij het Chateau in een enorme touringcar van Brewster. Een uur later en een fantastisch uitzicht onderweg verder kwamen we aan bij wat we dachten dat de Villaeg was, maar uiteindelijk het beneden station bleek. Er was wel een restaurant en verhuur enzo, maar verder alleen een gondel die ons naar de rest van het gebied bracht. Dat gebied omvat Goat’s Eye Mountain (met pistes met grappige namen als Ewe First (ewe is ooi in het Nederlands, maar als je het uitspreekt is het gelijk aan het Nederlandse “jij eerst” ;-)), Scapegoat en andere aan geiten en dergelijke dieren gerelateerde termen – Mother in Law???), Lookout Mountain en Standaish Mountain). We stapten uit onder aan Goat’s Eye Mountain terwijl iedereen verder ging naar andere hellingen. Wat betekende dat wij zo ongeveer de eersten en enigen op de berg waren. Bovenin was het erg fris en was de sneeuw wat hard, maar er waren ook hier enorm mooie gladed area’s (waar je tussen de bomen door kunt skiën) en overige pistes. Hier bleven we een tijdje tot we benieuwd waren naar de overige pistes. Aangezien het erg was gaan waaien besloten we vooral beneden de boomgrens te blijven. Dat voornemen liep bij de eerste lift al niet goed af: die bracht ons naar de top van Lookout Mountain. Snel weer naar beneden naar de village, waar we gingen ontbijten in de Mad Trapper’s Saloon, een leuke tent, waar we blijkbaar ook de eerste gasten waren. Hier kwamen we na een paar uurtjes skiën weer terug om een lekker warm drankje te nuttigen. Het skiën zelf ging ondertussen hartstikke prima, zolang we maar uit de kou bleven. Dat werd wel lastiger, het trok al verder dicht en het ging steeds harder sneeuwen. Aan het eind van de dag gleden we het hele eind, onder andere door de mooie gebieden Upper en Middel Canyon, terug naar waar we ’s ochtends waren aangekomen. Nog even een paar souvenirs (lees T-shirts) gekocht en dan om 16.45 uur de bus weer in voor de terugtocht, die we veelal slapend doorbrachten. Alsof we nog niet genoeg hadden gedaan, liepen we weer de 4 km van de Lodge naar Lake Louise om snacks en drinken te kopen en te gaan eten in The Post Hotel. Dit bleek een heel chic restaurant te hebben. De conciërge vroeg ons nog of we niet naar de andere eetgelegenheid in het hotel wilden (The Outpost Pub), maar we wilden wel eens kijken hoe chic het restaurant was. Behoorlijk, we werden direct “weggestopt” in een hoek. Het eten was goed, en gevuld en wel werden we weer met een taxi naar onze Lodge gebracht.

Dinsdag 12 februari

Vandaag een hele dag geen pistes, maar een uitje naar Banff, dat op een uur van Lake Louise ligt. De bus ging pas om kwart voor elf, dus eerst in de Games Room van de Lodge foto’s geprobeerd op internet te krijgen. Tevergeefs, helaas. Daarna naar het Chateau om de bus (weer een flinke Brewster) te nemen. In het dorp moesten we naar buiten om bij het postkantoor voor de trip te betalen. Men had gezegd dat het 15 dollar per persoon zou zijn, maar het was uiteindelijk twee keer zo duur, geen idee waarom maar ook niet gevraagd. In Banff aangekomen pakten we de benenwagen maar weer eens op weg naar Sulphur Mountain. Dit is een van bergen die Banff omringen en een plek waar we acht jaar geleden ook zomers hadden rondgelopen. Toen hadden we echter een auto mee. Het was ook nog iets verder dan verwacht en er was geen voetpad langs de weg, dus moesten we maar op de weg lopen. Na drie kilometer bereikten we de gondel die ons naar de top van de berg bracht. Daar moesten we in het restaurant toch maar eens wat gaan eten; het was inmiddels een uur ’s middags en we hadden de hele dag nog niets gehad. Op de berg hadden we een mooi uitzicht van Banff tot Lake Minnewanka. Via dezelfde gondel naar beneden, alwaar we een paadje door het bos naar het Chateau (ook hier is er eentje) en de waterval in de Bow River. De waterval was grotendeels bevroren maar helemaal aan de rechterkant zagen we toch nog wat stromend water. Het moet wel flink vriezen wil een waterval blijven hangen, maar dat doet het hier dan ook regelmatig. Er zijn koude winden (Chinook heten die geloof ik) die ineens (in een paar uur) een temperatuurverschil van 40 graden kunnen bewerkstelligen. Via de Bow River teruggelopen naar Banff en daar winkelen in de hoofdstraat. Voor ons avondeten liepen we een restaurant genaamd Melissa’s binnen en kwamen daar en passant een Australiër tegen die we ook al een paar keer eerder waren tegengekomen in onze Lodge. Hij was inmiddels in Banff neergestreken, als onderdeel van een toer in zijn uppie van drie weken snowboarden door heel westelijk Canada. Maf dat je elkaar dan toch weer tegenkomt. Na de rekening inclusief standaard fooi naar de bushalte. Om negen uur vertrok de bus weer en iets meer dan een uur later lagen we weer op bed.

Woensdag 13 februari

Het kwam er dan eindelijk van: mooi weer! ’s Ochtends zonneschijn, wel een beetje fris, maar perfect om de omgeving op foto en video vast te leggen. Alleen had Ronnie de camera niet mee… Jammer. Maar zo wel meer tijd om live te genieten van het weer, de uitstekende zachte en diepe poedersneeuw en de bergen. Er was een piste die we al eerder hadden geprobeerd in minder weer, maar nu was -ie perfect om nog eens te bedwingen. Helemaal omdat ons niveau weer wat was verbeterd en we dus gemakkelijker de helling afkwamen. Tegen twaalven streken we weer neer in onze vaste lunchplek in Lake Louise: Sawyer’s Nook in de Temple Lodge. Er zijn zo goed als geen restaurants of terrassen op de hellingen, maar meer onderaan. Onze serveerster herkende ons inmiddels ook en was vooral erg jaloers op het feit dat we met die prachtige weer konden skiën. Dat had ze nou niet moeten zeggen. De lucht trok na het eten dicht. Maar goed, het skiën bleef mooi, al maakten we het ons soms wel iets moeilijker dan noodzakelijk. Maar die double black diamonds zijn er ook niet voor niets, ook die moet je eens proberen. We bleven tot bijna het einde op de hellingen stoeien met de sneeuw en gingen met de laatste shuttlebus weer naar ons hotel voor een avondmaal in een bijna leeg restaurant. Op tijd naar bed voor een veelbelovende dag die moest beginnen met sledehonden!

PS De foto’s zijn nog steeds onderweg. Deels omdat de PC alhier erg weinig toestaat en deels omdat de enige mogelijkheid die we hebben een USB 1 kaartlezer is, die de bewerking van de foto’s ontzettend traag maakt. Er staan al een paar bij het vorige bericht, de rest volgt hopelijk snel.

Dogsledding & ribbruising

Donderdag 14 februari

Happy Valentine’s day, zeiden een paar dames van het hotelpersoneel tegen ons en we krijgen chocolaatjes en een kaartje. Maar dat kregen alle andere gasten ook, dus voorlopig nog single ;-). Meer leuks op het programma vandaag: dogsledding door de sneeuw richting de Great Divide. We hadden een afspraak staan om halftien op een plek waar we van de week al een paar keer langs waren gelopen en waar we de hondjes van pure enthousiasme al flink op en neer hadden zien springen, zo’n tien minuten lopen van ons hotel. We ontmoetten Meghan, de eigenaresse van het hondensleebedrijf, die vandaag met een stuk of vijf sledes enkele tochten ging maken. Wij waren als eerste toeristen aanwezig, konden de honden aanhalen en wat vragen stellen aan de mensen die het voorbereidende werk deden, zoals zalf op de pootjes van sommige honden doen en sokjes aantrekken. Dat hebben niet alle honden nodig, maar is om ervoor te zorgen dat de sneeuw niet tussen de tenen blijft zitten. We moesten een papier ondertekenen waarin stond dat we op eigen risico meededen en na een kennismaking met alle honden die voor onze slee werden gespannen konden we op pad. Ronnie voor en ik achterin de slee, flink ingepakt, en Meghan ‘aan het stuur’. Dat inpakken mocht ook wel, want het was knap fris. Maar zoals Meghan het vertelde was dat juist voor de honden het lekkerst. Die rennen liever met -20 of -40 dan met -5 graden. We gleden eerst langs een pad met enkele bochten en al snel kwam de zon erbij. Af en toe moest er gestopt worden omdat bij een van de sleeën voor ons de honden een beetje te wild werden. Dus die werden opnieuw ingedeeld. Meghan vertelde hele verhalen over het gebied en wij stelden haar daarop weer meer vragen. The Great Divide staat voor de bergrug (de Rockies) waarbij al het water wat uit de lucht komt vallen in het ene geval richting de Atlantische Oceaan stroomt en in het andere geval naar de Stille Oceaan. We hadden in Banff al op bordjes gezien hoe de Rockies (ooit een zeebodem) zich destijds hebben gevormd, platen die tegen elkaar aan gedrukt waren en omhooggestuwd. Na een halfuur bereikten we de Great Divide Arch, een boog die de markante plek aangeeft en ook nog eens de grens tussen provincies Alberta en British Columbia is. Daar keerden de sledes en konden we even met de honden op de foto. De leider onder de honden van de slee achter ons was daar zo enthousiast over dat hij zowat bij ons in de slee sprong. Dat hij daarbij mijn gebit floste en bij Ronnie een mooi nieuw litteken op de wang bezorgde had hij even niet door. Maar het was wel erg leuk en grappig. Op de terugweg werd er minder gepraat en nog meer genoten van het fantastische uitzicht. Op een gegeven moment mochten we om de beurt ook zelf achterop de slee staan en de rem bedienen en de honden met de kreten ‘Alright!’ en ‘Whoa’ laten starten en stoppen. Daarna werden we weer samen ingestopt om een nauwer spoor door het bos in te slaan. Dit pad was nog veel mooier dan op de heenweg. Van de drie opties die we voor deze week voor de niet-standaard-ski-dagen hadden bedacht (hondenslee, heli-skiën en een rit met een sneeuwmobiel) was dit waarschijnlijk toch wel de mooiste, dus we hadden goed gekozen. Weer terug bij het beginpunt stapten we uit, bedankt Meghan en de nog altijd erg enthousiaste honden, en liepen terug naar het hotel voor een korte tussenstop alvorens we richting het meer liepen.

Er was op het meer een trail gemaakt voor langlaufers of cross country skiërs zoals dat hier heet. Maar het pad was breed genoeg voor wandelaars. Dus in plaats van om het meer heen, liepen we eroverheen. Aan de andere kant van het meer troffen we ijsklimmers aan die net bezig waren een bevroren waterval te beklimmen. Het kostte enige moeite om ernaartoe te klimmen door de sneeuw, maar van dichtbij zag het er nog imposanter uit. We moesten echter wel een beetje uitkijken omdat er gevaar was voor neervallende ijsstukken. Na enige tijd gingen we daarom maar weer naar beneden (zitten en glijden, maar) en vervolgden we onze weg richting de Plain of the Six Glaciers. Dat pad hebben we een hele tijd gevolgd, door bos en over wat meer open terrein (als gevolg van eerdere lawines?), maar net als acht jaar geleden toen we dit pad in de zomer liepen, hebben we het niet helemaal tot het eind afgemaakt. Toch hebben we onze ogen uitgekeken. Het weer was nog steeds fantastisch, dus ook hier konden we genoeg mooie plaatjes schieten en verder gewoon genieten. Op de terugweg kwamen we langs het meer weer een groepje arrensleeën met per slee twee paarden ervoor tegen. En zo hadden we al flink wat dieren gezien: paarden, honden, eergisteren in Banff twee wilde herten, en bij het meer een eekhoorntje dat probeerde de weg over te steken maar moeite had om de berm die nu een sneeuwberg van dik zestig centimeter was te beklimmen (erg grappig gezicht, gelukkig lukte het hem na een stuk of tien pogingen) en natuurlijk het nodige vlees op ons bord ’s avonds. Terug in de lodge konden we alleen maar besluiten dat dit de perfecte dag was geweest om iets anders te doen dan skiën. We besloten de dag met een maaltijd in het chateau in de Galcier Saloon, een leuke bar waar je ook prima steaks en ribs kon eten.

Vrijdag 15 februari

Vandaag maar weer gewoon skiën, maar dan wel weer in Sunshine Village. In de hoop op mooi weer had Ronnie de camera weer mee. Maar de zon liet zich toch niet meer zo zien als gisteren en al snel was de lucht weer grijs en begon de sneeuw weer te vallen. Het skiën werd er niet minder om. Maar omdat de camera (toch al snel acht kilo) Ronnie in de weg zat en bij de moguls en off-piste enigszins uit balans bracht stopten we die in een kluisje. Daarna zochten we de piste weer op die we maandag ook een keer hadden gevolgd maar daarna niet meer terug konden vinden (hoewel we wisten waar hij moest zijn, je moest alleen ergens tussen de bomen door om er te komen). Deze piste heette Eagle Creek en was gewoon een hele mooie route om met een flinke vaart af te dalen. Hij was een meter of vijf breed, dus je kon er prima stoppen als het moest, maar er ook met een flinke vaart vanaf te glijden. Daar waren we net mee bezig (ik met de video voor me), toen Ronnie halverwege stopte. Er bleek een man net naast de piste in de sneeuw te zijn gevallen en dat was zoals op veel meer plekken al snel een meter diep en daar zakte je buiten de pistes dan ook snel een eind in weg. We hielpen de man weer op het pad en vervolgden onze route. Die smaakte naar meer en al snel stonden we weer bovenop de berg om dezelfde route nog eens te doen. Eerder had ik al gezien dat naast de Eagle Creek piste ook nog een smaller (single track) spoor tussen de bomen door liep, waarschijnlijk het beetje zelf. Dat vertelde ik aan Ronnie, die als eerste dat spoor op ging. Dat ging prima maar vrij snel, tot ik op een gegeven moment alleen nog twee armen omhoog zag gaan en Ronnie was verdwenen. Daarna hoorde ik gekreun en ‘Stop! Stop!’. Vlak achter een oranje bordje met een pijl naar links en een ander bordje met ‘Caution erop’ was een afgrond van een meter of zes en onderaan lag Ronnie met nog één ski aan een voet. Het ergste in gedachten vroeg ik me af wat de nummer van de skipatrol ook alweer was. Omdat er voor mij geen goede plek zonder rotsen was om naar beneden te skiën stapte ik daar vanaf en gleed met ski’s en al naar beneden om te kijken hoe het met Ronnie was. Die ging alweer staan, niets gebroken, maar hij was wel op de halflege fles water gevallen die had hem in de ribben geraakt. Daar zou hij later op de dag en de komende dagen nog wel last van krijgen. Hopelijk zou het de rest van de skitrip niet belemmeren. Toch maar rustig verder skiën op wat makkelijker routes. Uiteindelijk maar iets eerder gestopt om beneden weer op onze bus te wachten, die ons na een uur weer in Lake Louise terugbracht.

Zaterdag 16 februari

Onze laatste dag om te skiën. Gelukkig voelde Ronnie zich iets beter, de nachtrust had hem goed gedaan. Maar niet genoeg om weer volledig los te gaan om de lastige pistes, want iedere hobbel voelde hij in zijn ribben. Dus dan maar voornamelijk de groene en blauwe pistes af. Toch namen we een verkeerde afslag en kwamen we alsnog op een smalle zwarte uit. Die maar met de nodige voorzichtigheid afgegaan, maar daarna toch maar weer de rustige routes. Tegen elf uur snel weer naar ons favoriete restaurant de Temple Lodge voor een overheerlijke Turkey Panini. De serveerster die we daar al vaker hadden gezien herkende ons inmiddels, maar was vandaag niet aan ons tafeltje aan het werk. Nadat we er een uurtje hadden gezeten, werd het tijd weer te vertrekken. Het werd al een stuk drukker, dit weekend was een holiday in Alberta: Family Day. Dat betekende dat allerlei families eropuit trokken en het het drukste weekend van het seizoen zou worden. We merkten dat wel, maar vergeleken met drukke dagen in Europese skigebieden was dit nog vrij rustig. De serveerster (die net als zoveel ander personeel hier uit Australië kwam) zei tot ziens, maar ik gaf aan dat dit toch echt onze laatste dag was. Weer terug op de andere berghelling namen we nog een paar keer de lift om de laatste keren de pistes te bedwingen, tot we het rond halfvier wel hadden gezien. We leverden zonder problemen de ski’s in, wat ons enigszins verwonderde omdat we ze een paar keer toch flink langs de rotsen hadden geschuurd. Maar aan de andere kant leverden we ze ook een dag eerder in dan gepland, vanwege een miscalculatie aan het begin van de vakantie. Dus dat leverde de verhuurder ook weer een beetje extra geld op. Het was een fantastische ervaring, maar aan alles komt natuurlijk een eind. We vierden het eind van de vakantie weer in de saloon in het chateau.

Zondag 17 februari / maandag 18 februari

TIjd om weer in te pakken en om elf uur moesten we uitchecken. Gelukkig kon ik de nog openstaande maaltijdrekeningen zonder problemen met mijn creditcard betalen (ik wist de pincode niet meer, maar die was nu niet nodig). Vlak daarna werden we door een busje van Sundogtours opgehaald. Die moest ook op allerlei andere plekken nog mensen ophalen, zoals het chateau en in de village. Daarna naar Banff om nog meer volk in te laden. De chauffeur moest twee keer langs de Banff Lodge maar de groep van acht mensen die mee zouden waren er niet. Die zouden erg veel moeite krijgen met nog op tijd hun vliegtuig te halen, want er was vanwege Family Day geen vrije plek meer in Banff en zelfs een huurauto bemachtigen zou waarschijnlijk onmogelijk worden. Enfin, dat was hun probleem, moesten ze maar op tijd op de juiste plek zijn. Wij genoten van de laatste kilometers door het prachtige landschap dat door de Canadese Rockies gevormd werd tot die overging in steeds lagere heuvels en tot slot de prairie waarin Calgary ligt. Op het vliegveld nog in een laatste Saloon een stevige maaltlijd genoten (Meat loaf & mashed potatoes) om een goede basis te leggen voor de rest van de lange dag. En dat zou echt een lange dag worden, want de vlucht naar Londen duurde 8,5 uur (inmiddels was het maandag geworden), daarna zouden we 2,5 uur op Heathrow moeten wachten. Dat werd nog langer want door technische problemen was die vlucht gecanceld. We kregen een plek in de volgende vlucht die dik een uur later vertrok. Vervolgens weer een dik uur in de lucht hangen en uiteindelijk pas om half vijf ’s middags op Schiphol. De koffers waren er heel vlot, snel een treinkaartje naar Groningen gekocht en de laatste uren uitzitten. Het enige nadeel (en dan bedoel ik ook echt het enige, oké misschien op de prijzen na dan) van naar Canada gaan om te skiën is de lange reis ernaartoe en terug. Maar dat zijn we de volgende keer natuurlijk alweer vergeten 😉 Daar lees je dan wel weer het een en ander over…. 😉 Tot dan!

PS De laatste foto’s zijn er ook! Go and have a look…